Uitspraak
1.Het beklag
[beklaagde](hierna: beklaagde) ter zake van mishandeling.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een beklagprocedure naar aanleiding van een beslissing van de officier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Holland. Klager, die in een burenconflict verwikkeld is met beklaagde, had een klaagschrift ingediend omdat er geen strafvervolging was ingesteld tegen beklaagde voor mishandeling. Klager stelde dat hij op 20 maart 2021 door beklaagde meerdere vuistslagen had gekregen na een woordenwisseling.
De advocaat-generaal heeft het hof geadviseerd om klager en beklaagde te horen in raadkamer, wat op 21 december 2021 heeft plaatsgevonden. Beide partijen zijn echter niet verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. De advocaat-generaal was wel aanwezig en concludeerde dat het beklag afgewezen moest worden, gezien het gebrek aan nadere toelichting van de partijen.
Het hof heeft vervolgens beoordeeld of er voldoende grond was voor strafvervolging. Het hof oordeelde dat, zelfs als er sprake zou zijn van een bewijsbaar strafbaar feit, strafvervolging niet aangewezen was. Klager had primair de bedoeling om schadevergoeding te verkrijgen, en het hof vond het gebruik van het strafrecht voor dit doel niet gerechtvaardigd. Klager werd aangeraden om zijn schade via de civiele rechter te vorderen. Het hof concludeerde dat er goede redenen waren om geen vervolging te gelasten en wees het beklag af. De beschikking is gegeven zonder mogelijkheid tot rechtsmiddel.