ECLI:NL:GHAMS:2021:4286
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging wegens gebrek aan bewijs van geweld in vereniging
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging, waarbij hem werd verweten dat hij op 4 januari 2020 in Den Haag, samen met een medeverdachte, geweld had gepleegd tegen een persoon. De verdachte heeft in hoger beroep vrijspraak bepleit, stellende dat hij geen significante bijdrage aan het geweld had geleverd en dat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid.
Het hof heeft het dossier bestudeerd en de verklaringen van de betrokkenen en getuigen gewogen. De aangever had verklaard dat hij door zowel de verdachte als de medeverdachte was geslagen, maar getuigen hebben verklaard dat zij de verdachte niet hebben zien slaan. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk geweld heeft gepleegd. De verklaringen van de getuigen waren inconsistent en de verdachte had verklaard dat hij in afweer handelde.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. De kosten zijn voor beide partijen.