ECLI:NL:GHAMS:2021:4266
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ongewenstverklaring wegens gebrek aan actuele bedreiging voor de samenleving
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, een Spaanse burger, was eerder ongewenst verklaard op basis van de Vreemdelingenwet. De tenlastelegging betrof het verblijf in Nederland terwijl hij wist dat hij als ongewenst vreemdeling was aangemerkt. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van twee maanden, maar het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan.
Het hof overwoog dat de verdachte sinds de oplegging van de maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD) in 2018 niet opnieuw was veroordeeld voor strafbare feiten en dat er geen actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor de samenleving was. De ongewenstverklaring was op de tenlastegelegde datum nog van kracht, maar het hof concludeerde dat deze niet in overeenstemming was met het Unierecht, aangezien er geen bewijs was dat het gedrag van de verdachte een bedreiging vormde.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het tenlastegelegde feit. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een actuele en ernstige bedreiging voor de samenleving bij het opleggen van maatregelen op basis van de Vreemdelingenwet.