Uitspraak
mr. R.Q. Potteren
mr. C.R.B. Jonker, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. W. van den Muijsenbergh,
mr. R. Everhardusen
mr. R. Analbers,allen kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
2.De gronden van de beslissing
Naleving van de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst
Invulling en uitvoering bestuur Glomar Holding inclusief de rol/volmacht van [B] ;
Het sluiten van de overeenkomsten waarbij een mogelijk tegenstrijdig belang speelt en gerelateerde partijentransacties (Seaspan Holding, Globaltic Marine en Vasco en RS Marine);
Financieel beleid en de tegenvallende resultaten;
De broker activiteiten van [A] en de staat van de ingebrachte schepen;
De communicatie tussen [A] en Seaspan en de invloed daarvan op het beleid en de gang van zaken.
het voorgaande[reeds]
leidt tot de slotsom dat er gegronde redenen bestaan voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Glomar[Holding B.V.]”. De onderzoeker heeft kennelijk gemeend dat de Ondernemingskamer met het woord ‘voorgaande’ verwijst naar alle onderwerpen die in 3.5 van die beschikking worden genoemd. Dat is onjuist, aldus Seaspan Holding B.V., omdat daarmee enkel verwezen wordt naar het wantrouwen dat tussen partijen bestaat. De onderwerpen die spelen op het niveau van GloMar Holding B.V. zijn overzichtelijk en een onderzoeksbudget van € 40.000 zou daarvoor moeten volstaan, aldus nog steeds Seaspan Holding B.V.