ECLI:NL:GHAMS:2021:4189

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
23-001921-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet

Op 9 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 maart 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 7 december 2020 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte, geboren in 1997, werd bijgestaan door een gemachtigd raadsman. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De opgelegde straf bestaat uit een taakstraf van 28 uren en 14 dagen hechtenis. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag in voorarrest. De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-316801-20
parketnummer hoger beroep : 23-001921-21
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 maart 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 7 december 2020 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gewezen door mr. J.D.L. Nuis, in bijzijn van mr. L. van Dijk, griffier.
mr. J.D.L. Nuis
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.