ECLI:NL:GHAMS:2021:4188

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
23-002030-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in een diefstalzaak

Op 9 december 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 21 juni 2021. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1995, die wordt beschuldigd van meermalen gepleegde diefstal. De feiten zijn gepleegd op 19 maart 2021 en 19 april 2021 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren en 10 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke straf van 2 jaren. De taakstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich niet houdt aan de voorwaarden die zijn gesteld. Een bijzondere voorwaarde is dat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd moet melden bij Reclassering Nederland. Het hof heeft ook de proeftijd verlengd met een jaar. De verdachte en de advocaat-generaal hebben afstand gedaan van het recht om in cassatie te gaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 13-077860-21, 13-106079-21 en 13-235031-19 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-002030-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 juni 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats]
adres: [adres 1].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 13-077860-21 en in de zaak met parketnummer 13-106079-21 bewezenverklaarde levert op:
telkens:
diefstal, meermalen gepleegd.
gepleegd
in de zaak met parketnummer 13-077860-21
feit 1:
op 19 maart 2021 te Amsterdam;
en in de zaak met parketnummer 13-106079-21
feit 1:
op 19 april 2021 te Amsterdam;

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 november 2019 parketnummer 13-235031-19, met een termijn van 1 (één) jaar.
Gewezen door mr. J.D.L. Nuis, in bijzijn van mr. L. van Dijk, griffier.
mr. J.D.L. Nuis
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.