Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- a) TBB is een stichting die onder meer tot doel heeft de naleving van de cao Bouw & Infra en de cao Bedrijfseigen Regelingen Bouw & Infra (verder: cao BTER Bouw & Infra), tezamen ook de cao’s te noemen, te controleren. TBB is daartoe in 2000 opgericht door de partijen bij de cao’s. Deze hebben toen ook een Commissie Naleving en een Commissie Werkingssfeer opgericht.
- b) De cao Bouw & Infra was algemeen verbindend gedurende de periode van 29 juni 2017 tot en met 31 maart 2018 en van 27 februari 2019 tot en met 31 december 2019. De cao BTER Bouw & Infra was algemeen verbindend over de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019. Deze cao bevat een ‘Reglement Werkingssfeer’ (hierna: Reglement Werkingssfeer) en een ‘Reglement Naleving’ (hierna: het Reglement Naleving). Het Reglement Naleving bevat een plicht voor de werkgever om te allen tijde mee te werken aan een nalevingsonderzoek. Daarnaast bevat het Reglement Naleving de bevoegdheid om een forfaitaire schadevergoeding op te leggen in geval van niet naleving van de cao door de werkgever.
- c) GKS-Service was een onderneming die zich onder meer bezighield met schoonmaak.
- d) [appellant] was bestuurder en enig aandeelhouder van GKS-Service.
- e) TBB heeft een onderzoek ingesteld naar naleving door GKS-Service van de cao’s over de periode van 29 juni 2017 tot en met 31 maart 2018.
- f) Op 31 oktober 2018 heeft de Commissie Werkingssfeer de uitspraak gedaan dat het gegronde vermoeden bestaat dat op grond van artikel 4 lid 4 van het Reglement Werkingssfeer de cao’s op GKS-Service van toepassing zijn en voorts dat voor deze onderneming de Verplichtstellingsbeschikking van het Bedrijfspensioenfonds geldt.
- g) Bij brief van 20 februari 2019 heeft TBB aan GKS-Service meegedeeld dat de Commissie Naleving heeft vastgesteld dat er een gegrond vermoeden bestaat van het niet naleven van de cao’s en besloten heeft om bij GKS-Service een nalevingsonderzoek te laten instellen. In dat verband heeft zij GKS-Service verzocht om haar binnen vier weken toe te sturen de stukken die genoemd worden in de bij die brief verzonden bijlage en erop gewezen dat bij het niet (volledig) meewerken aan het nalevingsonderzoek door de werkgever een forfaitaire vergoeding verschuldigd is van € 10.000,00 voor elke week dat de gevraagde stukken niet of slechts gedeeltelijk worden verstrekt.
- h) GKS-Service heeft niet aan het verzoek van TBB voldaan, ook niet na meerdere sommaties, onder meer bij brief van TBB van 8 april 2019. Bij deze laatste brief heeft TBB GKS-Service onder verwijzing naar het Reglement Naleving een forfaitaire schadevergoeding van € 10,000,00 per week aangezegd.
- i) Na meerdere herinneringen aan GKS-Service te hebben verzonden heeft TBB bij brief van 11 juli 2019 GKS-Service gesommeerd tot het verlenen van medewerking aan het nalevingsonderzoek en, onder verwijzing naar het Reglement Naleving, tot het betalen van een forfaitaire schadevergoeding van € 120.000,00 en buitengerechtelijke kosten van € 1.975,00. Bij brief van eveneens 11 juli 2019 heeft de advocaat van TBB [appellant] in diens hoedanigheid van (enig) bestuurder van GKS-Service aangesproken op het niet meewerken aan het nalevingsonderzoek door GKS-Service en meegedeeld dat dit als een onrechtmatige daad aan [appellant] kan worden toegerekend.