ECLI:NL:GHAMS:2021:3948

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
16 december 2021
Zaaknummer
23-001006-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vrijspraak inbraak en veroordeling heling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor inbraak en heling, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 2 december 2021. De verdachte werd primair ten laste gelegd dat hij op 23 november 2018 in Amsterdam verschillende goederen had weggenomen, waaronder laptops, telefoons en bankpassen. Subsidiair werd hem verweten dat hij deze goederen had verworven terwijl hij wist dat ze van misdrijf afkomstig waren. Het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de inbraak had gepleegd, en sprak hem vrij van de primaire tenlastelegging. Echter, het hof achtte de subsidiaire tenlastelegging van heling wel bewezen, omdat de verdachte had verklaard dat hij verschillende spullen had gevonden en deze wilde doorverkopen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het primair bewezenverklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001006-19
datum uitspraak: 16 december 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 maart 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-238519-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1978,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 december 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 23 november 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer laptop(s) (merk: Apple en/of Hewlett Packard) en/of een telefoon (merk: Apple) en/of een of meer bankpas(sen) ten name van [benadeelde 1] (Rabobank en/of Knab) en/of een of meer OV-chipkaart(en) ten name van [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een creditcard ten name van [benadeelde 2] (Amex) en/of een of meer portemonnee(s) en/of een (laptop)tas en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een rugzak (merk: The North Face) en/of een kinderzitje en/of een of meer bril(len) en/of een of meer jas(sen) (merk: Anerkjendt en/of Filippa K en/of Monkey) en/of een potje met geld en/of een auto (merk: Volvo, gekentekend [kenteken]) en/of een of meer autosleutel(s) en/of een rijbewijs ten name van [benadeelde 1] en/of een agenda en/of een of meer headset(s) en/of een luchtbed en/of een of meer geldbedrag(en) (300 euro) en/of een oplaadkabel en/of een oplader en/of een trui (merk: Bimba en Lola) en/of een poncho (merk: Oililly), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen laptop(s) en/of telefoon en/of bankpas(sen) en/of OV-chipkaart(en) en/of creditcard en/of portemonnee(s) en/of tas en/of siera(a)d(en) en/of rugzak(ken) en/of kinderzitje en/ofbril(len) en/of jas(sen) en/of potje met geld en/of auto en/of autosleutel(s) en/of rijbewijs en/of agenda en/of headset(s) en/of luchtbed en/of geldbedrag(en) en/of oplaadkabel en/of oplader en/of trui en/of poncho onder zijn bereik heeft gebracht door een slot van een (toegangs)deur (van die woning) open te flipperen en/of open te wrikken (door een voorwerp tussen het kozijn en die deur te plaatsen en/of die deur (vervolgens) open te wrikken), althans door middel van braak en/of verbreking van die woning en/of door middel van een valse sleutel;
subsidiair
hij op of omstreeks 23 november 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een goed te weten een of meer autosleutel(s) (merk: Volvo) en/of een auto (merk: Volvo, gekentekend [kenteken]) en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een telefoon (merk: Apple) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd verweer

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte onrechtmatig is aangehouden en gefouilleerd, omdat geen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit. De verdachte bevond zich weliswaar in de woning waarin zich ook personen bevonden die gepind hadden met bij de inbraak weggenomen pinpassen, maar er is verder geen enkele link tussen de verdachte en de woninginbraak. Er is sprake van een onherstelbaar vormverzuim en de uit de aanhouding voortkomende bewijsmiddelen dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
Het hof stelt voorop dat indien de verdediging een beroep doet op een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, mag worden verlangd dat duidelijk en gemotiveerd, aan de hand van de in het tweede lid van die bepaling vermelde factoren, wordt aangegeven tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden. De daarbij in acht te nemen factoren zijn: i) het belang dat het geschonden voorschrift dient, ii) de ernst van het verzuim en iii) het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt. Alleen op een zodanig verweer is het hof gehouden een met redenen omklede beslissing te geven (vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533). De raadsman heeft weliswaar bewijsuitsluiting bepleit, maar heeft zijn betoog niet, althans onvoldoende gemotiveerd aan de hand van voornoemde factoren.
Nu hetgeen de raadsman heeft aangevoerd niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen, zal het hof op gelijke gronden als de rechtbank het verweer reeds om die reden passeren.

Bewijsoverweging

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof acht de subsidiair tenlastegelegde heling wel bewezen. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep op 2 december 2021 verklaard dat hij verschillende spullen, namelijk een autosleutel, sieraden en een telefoon had gevonden in een putje op straat en dat hij deze spullen heeft gepakt om deze te kunnen ‘doorverpatsen’. In het licht van deze feiten en omstandigheden acht het hof het aannemelijk dat de verdachte wist dat de goederen, toen hij deze in zijn bezit kreeg, van diefstal afkomstig waren.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 23 november 2018 te Amsterdam een autosleutel (merk: Volvo), sieraden en een telefoon (merk: Apple) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren onder verschillende bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken met aftrek van het voorarrest.
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en aansluiting te zoeken bij straffen die rechters plegen op te leggen in het geval van een bewezenverklaring van heling.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk helen van verschillende goederen die afkomstig waren van een inbraak. Dit is een hinderlijk feit, dat nadeel voor de rechthebbende van de goederen veroorzaakt. Door heling wordt in een afzetmarkt voor gestolen goederen voorzien, waarbij ook indirect van het misdrijf van een ander wordt geprofiteerd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 24 november 2021 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich, conform het bepaalde in artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.102,45, bestaande uit materiële schade.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair bewezenverklaarde tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij heeft zich, conform het bepaalde in artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 695,10, bestaande uit materiële schade.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair bewezenverklaarde tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Beslag

Teruggave aan de verdachte
Het hof zal de teruggave aan de verdachte gelasten van een mobiele telefoon van het merk Motorola voorzien van goednummer 5669294 en een mobiele telefoon van het merk Nokia voorzien van goednummer 5669293. Het hof zal tevens de teruggave gelasten van de in beslag genomen “flippers” met goednummer 5669308, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder de verdachte in beslag zijn genomen.
Bewaren ten behoeve van de rechthebbenden
Nu de in beslag genomen sleutels met goednummers 5669296 en 5669282 en de inbeslaggenomen Rolex met goednummer 5669281, die zijn aangetroffen ter gelegenheid van het onderzoek ter zake van een op de verdachte rustende verdenking, niet aan de verdachte toebehoren, zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van deze in beslag genomen goederen gelasten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 2 STK Gereedschap plastic om mee te flipperen voorzien van goednummer 5669308;
- een mobiele telefoon van het merk Motorola voorzien van goednummer 5669294;
- een mobiele telefoon van het merk Nokia voorzien van goednummer 5669293.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 5 STK Sleutels – 5669296;
  • 1 STK Sleutel – 5669282;
  • 1 STK Horloge merk: Rolex 5669281.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. D. Radder en mr. Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 december 2021.
Mr. Y.M.J.I. Baauw - de Bruijn is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]