Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
MITSDIEN:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had in het bestreden vonnis onder andere geoordeeld dat [geïntimeerde] rechthebbende is op een bedrag van € 250.784,80 dat bij een notaris in depot staat. [appellant] heeft zich onttrokken aan de procedure door zijn advocaat, mr. K. Both, die zich heeft onttrokken. Hierdoor heeft [appellant] geen memorie van grieven ingediend binnen de gestelde termijn, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid in het principaal hoger beroep. Het hof heeft de zaak hervat op verzoek van [geïntimeerde] en heeft geoordeeld dat de eiswijziging van [geïntimeerde] toelaatbaar is. Het hof heeft [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in het principaal hoger beroep, maar het incidenteel hoger beroep van [geïntimeerde] is toegewezen. Het hof heeft [geïntimeerde] gemachtigd om de notaris opdracht te geven het depotbedrag aan haar over te maken, en heeft de kosten van het geding in principaal hoger beroep voor rekening van [appellant] gelegd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.