ECLI:NL:GHAMS:2021:3851
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- F.A. Hartsuiker
- V.M.A. Sinnige
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding en rechtsbijstand in hoger beroep na voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure naar aanleiding van een verzoek om schadevergoeding en rechtsbijstand. Het verzoekschrift, ingediend op 18 augustus 2021, betreft een vergoeding voor schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van zijn voorlopige hechtenis en de kosten voor rechtsbijstand. Verzoeker, geboren in 1952, heeft van 17 juni 2017 tot 26 juli 2017 uitleveringsdetentie ondergaan en is op 26 juli 2017 in Nederland in verzekering gesteld. De voorlopige hechtenis is op 28 juli 2017 bevolen en verzoeker is op 11 november 2019 in vrijheid gesteld. Het hof heeft de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker gehoord tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 9 november 2021. Verzoeker heeft een schadevergoeding van € 92.690,00 gevraagd voor geleden schade, € 700,00 voor een deskundigenrapport, en € 60.076,50 voor rechtsbijstand in de strafzaak. Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van een schadevergoeding van € 89.290,00 voor de ondergane verzekering en voorlopige hechtenis, en € 60.756,50 voor de kosten van rechtsbijstand. Het verzoek om vergoeding van de kosten voor het laten opstellen van een reclasseringsrapportage is afgewezen, omdat het hof van oordeel was dat deze kosten het belang van het onderzoek niet hebben gediend. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het hof, waarbij de voorzitter mr. A.W.T. Klappe de beschikking heeft ondertekend.