ECLI:NL:GHAMS:2021:3850
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- F.A. Hartsuiker
- V.M.A. Sinnige
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking van de rechtbank Amsterdam inzake vergoeding van kosten rechtsbijstand
Op 7 december 2020 heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 november 2020, waarin een verzoek om vergoeding van kosten in verband met rechtsbijstand werd behandeld. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de advocaat-generaal en de advocaat van appellant gehoord tijdens de openbare behandeling op 9 november 2021. Appellant was niet aanwezig in de raadkamer. Het verzoek van appellant omvatte schadevergoeding van € 105,00, reiskosten van € 1,72, en kosten van rechtsbijstand van € 280,00 voor zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De rechtbank had eerder de verzochte vergoeding toegewezen, maar ook vastgesteld dat appellant een bedrag van € 356,10 aan de Staat moest betalen, wat aanleiding gaf tot verrekening. De advocaat-generaal stelde dat het hoger beroep afgewezen moest worden, omdat de wet dit voorschrijft en de rechter geen vrijheid heeft in deze verrekening. Appellant betwistte de verrekening met de kosten van rechtsbijstand, maar het hof oordeelde dat de beslissing van de rechtbank juist was en op goede gronden berustte. Het hof benadrukte dat de afwijzing van de vergoeding van kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure niet vanzelfsprekend was, maar in dit geval was er geen grond voor een billijkheidsoordeel. Het hof heeft het hoger beroep afgewezen en de beschikking is onverwijld betekend aan appellant.