ECLI:NL:GHAMS:2021:3843
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- F.A. Hartsuiker
- V.M.A. Sinnige
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheidsverklaring van verzoeker in schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2021. De rechtbank had de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding, omdat het verzoekschrift incompleet was ingediend. De appellant had op 31 mei 2021 hoger beroep ingesteld en op 9 november 2021 vond de openbare behandeling van het verzoekschrift plaats. De advocaat-generaal en de waarnemend advocaat van de appellant, mr. T. den Haan, waren aanwezig, maar de appellant zelf verscheen niet in raadkamer.
Het verzoek van de appellant betreft een schadevergoeding van € 105,00 voor schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak, en € 560,00 voor kosten van rechtsbijstand in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof oordeelt dat het hoger beroep tijdig is ingesteld en dat het verzuim van het ontbreken van een ondertekend verzoekschrift is hersteld door het overleggen van een ondertekend exemplaar in hoger beroep. Het hof komt tot de conclusie dat de appellant ontvankelijk is in zijn verzoek.
De rechtbank had de appellant niet-ontvankelijk verklaard, maar het hof oordeelt dat deze beslissing onterecht was, omdat het verzuim inmiddels was hersteld. Het hof kent de appellant een vergoeding toe van € 105,00 voor de ondergane verzekering en € 560,00 voor de kosten van rechtsbijstand. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en het hof doet opnieuw recht, waarbij het de verzochte vergoedingen toekent.