ECLI:NL:GHAMS:2021:3836
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken van grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 augustus 2021 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar er zijn geen grieven ingediend. Dit betekent dat de verdachte geen schriftelijke of mondelinge bezwaren tegen het vonnis heeft geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er ook geen andere belangen zijn die een onderzoek van de zaak rechtvaardigen. Hierdoor heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak van het hof is gedaan in het kader van de gevoegde strafzaken met de parketnummers 13-313173-20, 13-252805-20 en 13-001030-19. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal, die had verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte. Het arrest is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de griffier, L.M. van Leeuwen, aanwezig was, maar niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.