Uitspraak
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
mr. N. Heijkant, kantoorhoudende te Dongen.
Het verloop van het geding
Gerechtshof Amsterdam
Op 6 december 2021 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak met nummer 200.287.096/01 OK. Deze beschikking betreft een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A], vertegenwoordigd door mr. C.J. van Dijk, tegen de besloten vennootschap EETCAFÉ DE STIP B.V., gevestigd te Boxtel, en de besloten vennootschap [B], vertegenwoordigd door mr. N. Heijkant. De Ondernemingskamer had eerder op 26 en 29 maart 2021 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Eetcafé De Stip B.V. over de periode vanaf 1 januari 2016. Tevens waren er onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van [B] als bestuurder van Eetcafé De Stip B.V. en de overdracht van alle aandelen aan mr. Ph. W. Schreurs.
In de tussenliggende periode hebben partijen een minnelijke regeling getroffen, wat heeft geleid tot een verzoek van mr. Van Dijk om de lopende procedure en de getroffen voorzieningen met onmiddellijke ingang te beëindigen. Dit verzoek werd ondersteund door mr. Heijkant namens [B]. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek en dat er geen belangen zijn die zich tegen de toewijzing van het verzoek verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek in te willigen en het eerder bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking.
De beschikking is gegeven door de voorzitter mr. M.M.M. Tillema, samen met raadsheren mr. A.W.H. Vink en mr. A.J. Wolfs, en raden drs. J.S.T. Tiemstra RA en drs. G. Vollenhoven-Eikelenboom, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Prins. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 6 december 2021.