Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
31 oktober 2018 (hierna: de echtscheidingsbeschikking) in de registers van de burgerlijke stand.
€ 783,- per maand dient te voldoen met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
€ 600,- per maand voldoet. De man heeft ter onderbouwing van zijn standpunt een huurovereenkomst met [de verhuurster] (‘huurovereenkomst kamer’ d.d. 20 april 2020) en rekeningafschriften (die als kenmerk hebben ‘kosten inwoning’) in het geding gebracht. Onvoldoende duidelijk blijft echter welk gedeelte van het door de man te betalen bedrag ziet op huur en welk gedeelte ziet op andere kosten voor levensonderhoud, zoals kosten voor gas, water en licht, gebruik van de wasmachine, keuken, badkamer, woonkamer, tuin en schuur, wifi en bedlinnen van [de verhuurster] . Uit de schriftelijke verklaring van 12 februari 2021 van [de verhuurster] , die zich eveneens bij de stukken bevindt, wordt evenmin voldoende duidelijkwelk bedrag de man aan huur voor de kamer betaalt. Het had op de weg van de man gelegen om dat in dit hoger beroep nader met stukken te onderbouwen. De man heeft dit onvoldoende gedaan. De advocaat van de man heeft ter zitting in hoger beroep nog verklaard dat van het bedrag van
€ 600,- dat de man maandelijks aan [de verhuurster] voldoet ongeveer 80% is aan te merken als huurpenningen. De advocaat van de vrouw heeft ook dit betwist. Naar het oordeel van het hof is deze stelling van de man zonder nadere onderbouwing onvoldoende om daaruit een daadwerkelijke huurlast van de man te kunnen afleiden. Het hof kan op basis van hetgeen de man in het geding heeft gebracht dan ook niet bepalen of zijn maandelijkse woonlasten hoger zijn dan de woonkostencomponent die is inbegrepen in de bijstandsnorm.
6.De beslissing
mr. J.W. van Zaane, in tegenwoordigheid van de griffier, en is op
23 november 2021 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.