ECLI:NL:GHAMS:2021:3669

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
25 november 2021
Zaaknummer
000719-21, 000720-21, 000721-21, 000722-21, 000723-21 en 000724-21 (530 Sv)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vergoeding voor gemaakte kosten van rechtsbijstand in rekestenprocedure na niet-ontvankelijkheidsverklaring OM

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met betrekking tot de toewijzing van een vergoeding voor gemaakte kosten van rechtsbijstand. Het verzoekschrift is op 24 juni 2021 ingekomen, waarna het Openbaar Ministerie op 17 augustus 2021 zijn standpunt heeft kenbaar gemaakt. De advocaat van de verzoeker heeft op 17 november 2021 schriftelijk aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de toewijzing van de gevraagde vergoeding exclusief BTW. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 9 november 2021 zijn de verzoekster en haar advocaat niet verschenen.

Het verzoek betreft een vergoeding van € 17.787,86 voor kosten van rechtsbijstand in de strafzaken met de bijbehorende parketnummers, en € 340,00 voor kosten in de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaken zijn geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Volgens artikel 534, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan een schadevergoeding worden toegekend indien gronden van billijkheid aanwezig zijn.

Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid zijn voor de toekenning van een vergoeding van € 14.700,71 voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak, maar geen vergoeding voor de BTW, omdat deze kan worden verrekend. Daarnaast is er een vergoeding van € 280,00 toegekend voor de kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure. De totale vergoeding die aan de verzoeker is toegekend bedraagt € 14.980,71. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, onder leiding van de oudste raadsheer F.A. Hartsuiker.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000719-21, 000720-21, 000721-21, 000722-21, 000723-21 en 000724-21 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-002017-19, 23-002018-19, 23-002019-19, 23-002020-19, 23-002015-19 en 23-002016-19
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker].,
domicilie kiezende ten kantore van haar advocaat, mr. G.M. Verhage,
[adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 24 juni 2021 ingekomen.
Op 17 augustus 2021 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Op 17 november 2021 heeft de advocaat van verzoeker schriftelijk medegedeeld geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van de gevraagde vergoeding exclusief BTW.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 9 november 2021 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoekster en haar advocaat zijn niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaken met voormelde parketnummers ten bedrage van € 17.787,86 (exclusief BTW € 14.700,71);
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 11 maart 2021 zijn de strafzaken met voormelde parketnummers geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Ad a
Met de facturen aan de vennootschap kan de omzetbelasting verrekend worden, zodat geen vergoeding van de BTW over de facturen zal worden toegekend.
Gelet op het voorgaande zijn gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak tot een bedrag van € 14.700,71.
Ad b
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure, zonder BTW, tot een bedrag van € 280,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 14.980,71 (veertienduizend negenhonderdtachtig euro en eenenzeventig cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, F.A. Hartsuiker en V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is bij ontstentenis van de voorzitter en griffier ondertekend door de oudste raadsheer en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 23 november 2021.
De oudste raadsheer beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 14.980,71 (veertienduizend negenhonderdtachtig euro en eenenzeventig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. Simmons & Simmons advocaten o.v.v. [nummer].
Amsterdam, 23 november 2021,
mr. F.A. Hartsuiker, oudste raadsheer.