ECLI:NL:GHAMS:2021:3663
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- F.A. Hartsuiker
- V.M.A. Sinnige
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van vergoeding voor gemaakte kosten van rechtsbijstand in beklagzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek is ingediend door verzoeker, die in een eerdere strafzaak onherroepelijk is veroordeeld voor verschillende feiten onder de Opiumwet en diefstal. Verzoeker heeft om een schadevergoeding gevraagd voor de kosten van rechtsbijstand die hij heeft gemaakt in verband met zijn beklagzaak en de verzoekschriftprocedure. De totale kosten bedragen € 4.085,19, waarvan € 3.745,19 voor de beklagzaak en € 340,00 voor de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van deze vergoeding. Tevens is besloten dat het toegekende bedrag zal worden verrekend met een openstaand bedrag dat verzoeker aan de Staat verschuldigd is. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, waarbij de voorzitter mr. F.A. Hartsuiker de beschikking heeft ondertekend. De beslissing om de vergoeding toe te kennen is genomen in het belang van de rechtsbijstand en de billijkheid van de situatie.