Op 24 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 december 2020. De zaak betreft een verdachte die op 12 september 2020 in Amsterdam met een Audi A6 reed, samen met een medeverdachte. Tijdens een politiecontrole negeerde de verdachte een stopteken en vluchtte hij met de auto. Na een achtervolging stapten de verdachte en de medeverdachte uit de auto en renden weg, waarbij de medeverdachte een rugtas met cocaïne probeerde te verstoppen. De rugtas werd later door de politie aangetroffen en bevatte drie blokken cocaïne met een totaalgewicht van ruim 3 kg. De verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd over zijn vlucht en de cocaïne, maar het hof concludeert dat de verdachte en zijn medeverdachte wisten dat zij de drugs vervoerden. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met enkele correcties in de bewijsvoering, en oordeelt dat de verdachte geen overtuigende alternatieve verklaringen heeft gegeven die de vastgestelde feiten kunnen weerleggen.