beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.201.244/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 januari 2021
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROYAUMS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. T. Steffensen
mr. T. Welschen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROYAUMS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
2.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen de hierna te vermelden personen als volgt worden aangeduid:
- verzoekster sub 1 als [A] ;
- verzoekster sub 2, tevens verweerster, als Royaums;
- belanghebbende sub 1 als [B] ;
- belanghebbende sub 2 als [C] ;
- belanghebbenden sub 1 en 2 als [G]
- [D] als [D] .
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 11 en 15 november 2016, 14 december 2016 en 12 januari 2017 in deze zaak.
1.3 Bij de beschikkingen van 11 en 15 november 2016 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang een onderzoek gelast naar het beleid en de gang van zaken van Royaums en bij wijze van onmiddellijke voorziening [D] en [C] als bestuurders van Royaums geschorst, mr. J.G. Molenaar tot bestuurder van Royaums benoemd en bepaald dat de aandelen in het kapitaal van Royaums - met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders - ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. J.H. van Woudenberg (hierna: mr. Van Woudenberg).
1.4 Bij beschikking van 12 januari 2017 heeft de Ondernemingskamer met onmiddellijke ingang de bij de beschikking van 11 november 2016 getroffen onmiddellijke voorzieningen tot benoeming van een tijdelijk bestuurder van Royaums en tot schorsing van [D] als bestuurder van Royaums beëindigd.
1.5 Bij verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 2 december 2020, heeft mr. Welschen namens [A] en Royaums de Ondernemingskamer verzocht om de enquêteprocedure en de getroffen onmiddellijke voorziening te beëindigen.
1.6 Bij brief aan de Ondernemingskamer van 3 december 2020 heeft mr. Van Woudenberg de Ondernemingskamer onder meer bericht in te stemmen met het verzoek bedoeld onder 1.5.
1.7 Bij e-mail van 7 december 2020 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer mr. Coskun in de gelegenheid gesteld uiterlijk op 14 december 2020 te 14:00 uur te reageren op het verzoek bedoeld onder 1.5. De Ondernemingskamer heeft geen reactie van mr. Coskun ontvangen.
2 De feiten
2.1De Ondernemingskamer verwijst naar de feiten die staan vermeld in de beschikking van 12 januari 2017. Deze feiten worden in het navolgende aangevuld.
2.2Op 27 december 2016 heeft [E] (verder: [E] ) een verzoek tot faillietverklaring van Royaums ingediend bij de rechtbank Amsterdam. Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 januari 2017 is Royaums failliet verklaard. Royaums heeft zich bij verzoekschrift van 25 januari 2017 tegen de faillietverklaring verzet en hoger beroep ingesteld tegen het vonnis. Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2017 is het verzet gegrond verklaard en is het vonnis van 12 januari 2017 vernietigd. [E] is bij op 16 februari 2017 ter griffie van het gerechtshof Amsterdam ingekomen beroepschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van 9 februari 2017. Bij arrest van 21 maart 2017 is het hoger beroep verworpen. [E] heeft bij beroepschrift van 28 maart 2017 cassatie ingesteld tegen het arrest. [E] heeft het verzoek vervolgens weer ingetrokken.
2.3Op 30 april 2020 heeft een aandeelhoudersvergadering van Royaums plaatsgevonden. Bij de vergadering zijn aanwezig [D] , mr. Van Woudenberg en mr. J.D.M. Schoonbrood, notaris te Amsterdam. [B] is niet verschenen. Mr. Schoonbrood heeft de notulen van de vergadering opgemaakt bij notariële akte. De akte vermeldt dat de aandeelhoudersvergadering onder meer heeft gestemd over het besluit tot splitsing in de zin van artikel 2:334a lid 2 juncto artikel 2:334 cc BW waarbij “
(i) de vennootschap als splitsende vennootschap ter gelegenheid van die splitsing - Royaums B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, en [F] , een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, beiden te vestigen te Amsterdam, hierna respectievelijk aan te duiden als: de verkrijgende vennootschap I en de verkrijgende vennootschap II, welke vennootschappen hierna tezamen zullen worden aangeduid als: de verkrijgende vennootschappen, opricht, (ii) de verkrijgende vennootschappen ieder een deel van het vermogen van de vennootschap welke delen tezamen het gehele vermogen uitmaken onder algemene titel verkrijgen, (iii) [A] als aandeelhouder van de vennootschap enig aandeelhouder wordt van de verkrijgende vennootschap I en [B] als aandeelhouder van de vennootschap enig aandeelhouder wordt van de verkrijgende vennootschap II en (iv) de vennootschap als splitsende vennootschap ophoudt te bestaan”.Mr. Van Woudenberg (98 stemmen) en [A] (één stem) hebben voor het voorstel gestemd. De akte vermeldt dat het besluit tot splitsing is genomen conform het voorstel.
Dezelfde dag is een splitsingsakte ex artikel 2:334n BW ten overstaan van mr. Schoonbrood verleden en zijn Royaums B.V. (nieuw) en [F] opgericht. Enig aandeelhouder van Royaums B.V. (nieuw) is [A] en enig bestuurder is [D] . Enig aandeelhouder van [F] is [B] en enig bestuurder is [D] .
Artikel 2 van de akte van splitsing vermeldt:
“Ter voorbereiding van de splitsing is het navolgende verricht:
2.1Door het bestuur van de splitsende vennootschap is een voorstel tot splitsing opgesteld als bedoeld in artikel 2:334f lid 1 Burgerlijk Wetboek welk voorstel tot splitsing op vijfentwintig maart tweeduizend twintig door de enige bestuurder van de splitsende vennootschap is ondertekend.
2.2Het bestuur van de splitsende vennootschap heeft een schriftelijke toelichting als bedoeld in artikel 2:334g lid 1 juncto artikel 2:334cc Burgerlijk Wetboek opgesteld.
2.3Het laatste boekjaar van de splitsende vennootschap waarover een jaarrekening is vastgesteld, is geëindigd op eenendertig december tweeduizend achttien. Aangezien het voorstel tot splitsing meer dan zes maanden na het verstrijken van het in de vorige zin bedoelde boekjaar, is neergelegd is met betrekking tot de splitsende vennootschap een tussentijdse vermogensopstelling als bedoeld in artikel 2:334g lid 2 Burgerlijk Wetboek opgesteld.
2.4Het bestuur van de splitsende vennootschap heeft op dertig april tweeduizend twintig medegedeeld dat, onder andere, aan het bepaalde in artikel 2:334h lid 2 en artikel 2:334aa lid 6 Burgerlijk Wetboek is voldaan. De stukken, welke ingevolge die artikelen ten kantore van de splitsende vennootschap ter inzage hebben gelegen, zullen gedurende zes maanden na de totstandkoming van deze splitsing ten kantore van de verkrijgende vennootschappen ter inzage liggen voor de aandeelhouders, alsmede voor eventuele overige personen als bedoeld in artikel 2:334h lid 2 Burgerlijk Wetboek.
2.5Op zesentwintig maart tweeduizend twintig zijn door de splitsende vennootschap het voorstel tot splitsing en de overige in artikel 2:334h lid 1 juncto artikel 2:334aa lid 1 en - artikel 2:334cc lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek bedoelde stukken neergelegd ten kantore van het handelsregister.
2.6Op zevenentwintig maart tweeduizend twintig heeft het bestuur van de splitsende vennootschap in het landelijk verspreide dagblad: Trouw aangekondigd, dat de sub 4 - en 5 bedoelde nederleggingen hebben plaatsgehad, met opgave van het handelsregister en met opgave van het adres van hat kantoor van de splitsende vennootschap.
2.7Bij de splitsende vennootschap is geen ondernemingsraad ingesteld.
2.8Op negenentwintig april tweeduizend twintig heeft het handelsregister schriftelijk bericht, dat het voorstel tot splitsing en de overige in artikel 2:334h lid 1 juncto artikel 2:334aa lid 1 en artikel 2:334cc lid 1 sub c Burgerlijk Wetboek Burgerlijk Wetboek bedoelde stukken sinds zesentwintig maart tweeduizend twintig bij het handelsregister ter inzage hebben gelegen.
2.9De griffier van de rechtbank Amsterdam heeft op achtentwintig april tweeduizend twintig een verklaring afgegeven, waaruit blijkt dat geen wederpartijen bij een rechtsverhouding van de splitsende vennootschap in verzet zijn gekomen tegen het voorstel tot splitsing.
2.1Na de ondertekening van het voorstel tot splitsing zijn het bestuur van de splitsende vennootschap geen belangrijke wijzigingen bekend geworden in de activa en passiva, die van belang zijn voor de mededelingen in het voorstel tot splitsing of in de toelichting daarbij.”
Pagina 38 van de akte vermeldt onder meer:
“Mr. Johannes Daniël Maria Schoonbrood, notaris te Amsterdam, verklaart dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die Afdelingen 4 en 5, Titel 7, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de statuten van na te melden vennootschap voor het tot stand komen van de splitsing waarbij Royaums B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, met adres: Nassaukade 364 H, 1054AB Amsterdam, nummer handelsregister 56618638 als splitsende vennootschap betrokken is vereisen, en dat voor het overige de daarvoor in Afdelingen 4 en 5, Titel 7, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en de in de statuten van gemelde - vennootschap gegeven voorschriften zijn nageleefd.”
2.4Op 8 mei 2020 is Royaums uitgeschreven uit het handelsregister.