ECLI:NL:GHAMS:2021:3629

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
23-001551-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake mensensmokkel met betrekking tot beslagbeslissing

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 juli 2020. De verdachte, geboren in 1980 en thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij werd veroordeeld voor mensensmokkel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de beslagbeslissing, die werd vernietigd. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 48 maanden gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat het verweer van de raadsman, dat het bewijs onrechtmatig verkregen zou zijn, niet voldoet aan de vereisten van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de bewijsvoering en de strafmaatmotivering verder aangevuld en de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een telefoon en een laptop, verbeurd verklaard. De beslissing van het hof is genomen na onderzoek ter terechtzitting op 17 maart 2021 en is uitgesproken op 31 maart 2021.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001551-20
datum uitspraak: 31 maart 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 juli 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-260872-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1980,
thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, Gevangenis te Ter Apel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de beslagbeslissing - in zoverre zal het vonnis worden vernietigd - en met dien verstande dat het hof de in het vonnis onder paragraaf 3.3.3., onder de kopjes “Onrechtmatig verkregen bewijs” en “Niet kunnen horen van getuigen” weergegeven bewijsoverwegingen vervangt door de onderstaande overweging. Voorts vult het hof de strafmaatmotivering aan met de hierna te noemen overwegingen.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde feit. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat het wettige bewijs ontbreekt, nu het in het dossier aanwezige bewijsmateriaal onrechtmatig is verkregen en daarom van het bewijs moet worden uitgesloten.
Het hof stelt vast dat het verweer van de raadsman niet voldoet aan de in de jurisprudentie geformuleerde vereisten, nu de in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering genoemde factoren onvoldoende besproken zijn. Het verweer behoeft daarom geen bespreking.

Strafmaatmotivering

De rechtbank overweegt in het vonnis op pagina 5 onder “ernst van het feit” onder meer dat
mensenhandel(cursivering gerechtshof) het overheidsbeleid aangaande bestrijding van illegaal verblijf in Nederland en illegale binnenkomst en doorreis naar de landen van de Europese Unie doorkruist. Het hof verstaat “mensenhandel” hier als een kennelijke verschrijving en leest dit zo dat hier bedoeld is “mensensmokkel”.
Voor zover de raadsman heeft bepleit dat strafvermindering wegens een vormverzuim zou moeten plaatsvinden, geldt met verwijzing naar het hiervoor overwogene dat dit verweer geen bespreking behoeft.

In beslag genomen voorwerpen

Blijkens een lijst van 18 maart 2020 zijn bij het opsporingsonderzoek vier voorwerpen in beslag genomen die nog niet zijn teruggegeven, te weten:
1. een memorystick (goednummer PL2700-19-101968-2);
2. een telefoon van het merk Xiaomi (goednummer PL2700-19-101968-5);
3. een simkaart (goednummer PL2700-19-101968-6);
3. een laptop van het merk Vinga (goednummer PL2700-19-101968-12).
De rechtbank heeft bevolen dat deze genoemde voorwerpen worden verbeurd verklaard, nu deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en het bewezen verklaarde feit met behulp van deze voorwerpen is begaan.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat met betrekking tot deze voorwerpen in hoger beroep dezelfde beslissingen worden genomen als door de rechtbank is gedaan.
Het hof overweegt als volgt.
Gebleken is dat de hierboven genoemde voorwerpen onder de verdachte in beslag zijn genomen. Daarnaast acht het hof voldoende aannemelijk dat het bewezenverklaarde is begaan met behulp van deze voorwerpen. Immers zijn op de memorystick Excel-bestanden aangetroffen, waarbij gegevens kunnen worden ingevoerd voor het berekenen van een zogenoemde MRZ-code voor het creëren van identiteitskaarten. Voorts zijn op de telefoon afbeeldingen van de identiteitskaarten van de gesmokkelde personen aangetroffen en zijn op de laptop vliegtickets en instapkaarten van de gesmokkelde personen aangetroffen. Alhoewel uit het dossier niet volgt welke gegevens op de simkaart zijn aangetroffen, acht het hof gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van de overige voorwerpen is overwogen eveneens aannemelijk dat het feit met behulp van de simkaart is begaan. De voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslagbeslissing en doet in zoverre opnieuw recht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. een memorystick (goednummer PL2700-19-101968-2);
2. een telefoon van het merk Xiaomi (goednummer PL2700-19-101968-5);
3. een simkaart (goednummer PL2700-19-101968-6);
3. een laptop van het merk Vinga (goednummer PL2700-19-101968-12).
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het voorgaande.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. N. van der Wijngaart en mr. A.C. Huisman, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 maart 2021.
mrs. N. van der Wijngaart en A.C. Huisman zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]