ECLI:NL:GHAMS:2021:36
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hennepkwekerij en strafverlaging door overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het in bezit hebben van hennepplanten in zijn woning, wat leidde tot een gevangenisstraf van twee maanden. De advocaat-generaal had in hoger beroep een taakstraf van 150 uren geëist, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De raadsman pleitte voor rekening houden met de aard van het delict en de rol van de verdachte, en stelde dat de redelijke termijn voor berechting was overschreden, wat invloed moest hebben op de strafoplegging.
Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, maar vernietigde de strafoplegging. Het hof oordeelde dat de behandeling van de zaak in hoger beroep niet binnen een redelijke termijn had plaatsgevonden, wat leidde tot een vermindering van de taakstraf met 30 uren. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 60 dagen. Het hof baseerde zijn beslissing op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte, waarbij ook eerdere veroordelingen in overweging werden genomen.