Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.De ontvankelijkheid van de klacht
4.Feiten
is opgesteld vanwege zijn wens een loods te legateren. Voor het overige heeft het testament dezelfde strekking als het testament dat[erflater]
op 24 december 2014 bij[ [notaris 2] ]
heeft getekend.
aan[klaagster]
is ook gesproken over de situatie, dat[klaagster]
en[erflater]
officieel niet samenwoonden. Desalniettemin wilde[erflater]
op dat punt geen wijzigingen.
ook een dergelijke brief hebt gestuurd. Ten tweede, zou u bij mij uitgekomen zijn, als we destijds wél een aanvulling op het bestaande testament hadden gemaakt? Of had[ [notaris 2] ]
dan een brief mogen ontvangen?”
, wordt hierbij afgewezen.
bij mij op kantoor is geweest vanwege zijn enige wens een loods te legateren. Bij het opstellen van het testament ben ik uitgegaan van deze wens.
bekend en al eerder aan de orde geweest, dientengevolge wilde[erflater]
daarin geen wijzigingen.
, niet wil/wenst, wordt niet genoteerd. Enkel als er bijzonderheden zijn.
. Dat hierdoor[klaagster]
een groot bedrag aan erfbelasting verschuldigd is, is zeer spijtig, maar nog steeds het gevolg van de opvattingen en wensen van[erflater]
en onlosmakelijk verbonden aan fiscaal overheidsbeleid waarbij geen ‘waarde’ wordt toegekend aan niet geformaliseerde relatievormen zoals partners die bewust kiezen voor een LAT-relatie.”