Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Preliminair verweer
BESLISSING
parketnummer 23-002916-20.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 20 oktober 2016. De zaak betreft een verdachte die in een eerdere procedure is afgedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, maar waarbij de uitspraak nog niet onherroepelijk was omdat de verdachte cassatie had ingesteld. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging, onder verwijzing naar het ne bis in idem-beginsel. Dit beginsel houdt in dat iemand niet twee keer voor dezelfde feiten kan worden vervolgd.
Het hof heeft het verweer van de raadsman gevolgd en heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging voor de onderhavige zaak, omdat deze reeds eerder door een ander hof is behandeld. Het hof heeft daarbij de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de status van de eerdere uitspraak en de procedurele stappen die door de verdachte zijn ondernomen. De beslissing van het hof is genomen na een onderzoek ter terechtzitting op 13 oktober 2021, waarbij de vordering van de advocaat-generaal is besproken.
De uitspraak van het hof is gedaan door de meervoudige strafkamer en is openbaar uitgesproken. Mr. M.L.M. van der Voet was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen. De zaak is geregistreerd onder parketnummer 23-002916-20.