Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[naam maatschap] ,
2. [appellant sub 2] ,
3. [appellant sub 3] ,
1.APPLE RETAIL NETHERLANDS B.V.,
APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL ULC,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief Ibezwaar gemaakt tegen de feitenvaststelling door de rechtbank. Het hof zal met dit bezwaar geen rekening houden bij de feitenvaststelling, maar wel bij de beoordeling. Samengevat komen de feiten neer op het volgende.
Xando, Nijmegen, verhuizen is noodzakelijk uiterlijk voor het einde van Q4 FY’12. (…)”
“(…) Apple laat er in deze email geen twijfel over bestaan dat Xando Nijmegen zich elders moet gaan vestigen, vanwege de wijziging van de internationale APR-franchiseformule. In de positie van franchisenemer, kon Xando niet anders dan de instructies opvolgen. (…).”In deze brief staat onder het kopje “Onrechtmatige daad Apple” vervolgens ook:
3.Beoordeling
grief IVkomen [appellanten] op tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellanten] met een beroep op de verplichting tot geheimhouding van de mediation die tussen hen en Xando respectievelijk (haar bestuurder) [X] heeft plaatsgehad, geen nadere informatie hebben gegeven over het feit dat de (beweerde) wanprestatie en/of het (beweerde) onrechtmatig handelen van Apple c.s. jegens Xando/ [X] en daarmee ook het onrechtmatig handelen van Apple c.s. jegens [appellanten] , laatstgenoemden pas in 2019 tijdens dat mediationtraject is gebleken. [appellanten] voeren daartoe aan dat zij enkel hebben gesteld dat Xando gehouden was aan twee geheimhoudingsclausules, enerzijds op grond van de mediation en anderzijds op grond van de franchiseovereenkomst. [X] zou wel ten overstaan van de rechter in het kader van een voorlopig getuigenverhoor een verklaring willen afleggen. [appellanten] zijn gehouden tot geheimhouding van de mediation en willen deze verplichting niet schenden; daarop mogen zij niet worden afgerekend, aldus nog steeds [appellanten]
- door de rechten en verplichtingen uit de franchiserelatie met Apple, Xando in de regel de instructies dient op te volgen;
- door de rechten en verplichtingen uit de franchiserelatie tussen Apple en Xando, Xando niet anders kon dan de instructie ter zake de verhuizing van de APR op te volgen;
- Xando zich door Apple gedwongen voelde om wanprestatie te leveren jegens [naam maatschap] , voortvloeiend uit de huurovereenkomst;
- Apple op de hoogte was van c.q. toestemming heeft gegeven voor de door Xando Nijmegen met Jobatrust ( [naam maatschap] ) gesloten huurovereenkomst.
grieven II en IIIkomen [appellanten] op tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellanten] bij toewijzing van hun verzoek onvoldoende belang hebben omdat het verzoek betrekking heeft op een vordering in de hoofdzaak die evident geen kans van slagen heeft, omdat de vordering is verjaard. [appellanten] voeren daartoe – samengevat weergegeven – aan dat geen sprake van verjaring omdat [appellanten] pas tijdens de mediation in 2019 het vermoeden van onrechtmatig handelen van Apple c.s. jegens Xando en daarmee jegens [appellanten] is gebleken. [appellanten] waren pas op dat moment daadwerkelijk bekend met de schade en in staat om een rechtsvordering tot vergoeding van de door hen geleden schade in te stellen. Dit verklaart waarom [appellanten] Apple c.s. pas op 3 oktober 2019 voor het eerst aansprakelijk heeft gesteld en in 2019 de verjaringstermijn is aangevangen, die nog lang niet is voltooid. Bovendien is een procedure tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor niet bedoeld om een rechterlijk oordeel over mogelijke verjaring te krijgen, aldus [appellanten]
grief Vfaalt. [appellanten] zullen als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit hoger beroep dienen te dragen.