ECLI:NL:GHAMS:2021:3504
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in hoger beroep na te late indiening appelschriftuur
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 mei 2019. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld, maar de verdediging stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de te late indiening van de appelschriftuur. De officier van justitie had op 27 mei 2019 hoger beroep ingesteld, maar de schriftuur met grieven was pas op 12 juni 2019 ingediend, wat twee dagen buiten de wettelijke termijn van veertien dagen viel. Het hof overwoog dat, hoewel er sprake was van een geringe termijnoverschrijding, het belang van de sanctionering van dit verzuim zwaarder woog dan het belang van het hoger beroep. De advocaat-generaal had betoogd dat de termijnoverschrijding gerechtvaardigd was, maar het hof vond deze argumentatie onvoldoende. Het hof verwierp ook het preliminaire verweer van de verdediging dat de verdachte zou zijn overleden, omdat er geen bewijs voor dit overlijden was. Uiteindelijk verklaarde het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in het hoger beroep.