Uitspraak
Procesgang
1 en 2 ten laste gelegde feit veroordeeld tot een geldboete van € 75.000,00, waarvan
€ 25.000,00 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 november 2007 tot en met 17 januari 2008 te Amsterdam, als werkgeefster in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, handelingen heeft verricht of nagelaten in strijd met voormelde wet en/of daarop berustende bepalingen, immers heeft/hebben zij en /of haar mededader(s) toen daar in een te slopen flatgebouw of delen daarvan op/aan de [adres 2], zijnde (een) arbeidsplaats(en) als bedoeld in artikel 1 lid 3 onder g van de Arbeidsomstandighedenwet, door een of meer van haar werknemers in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet en/of werknemers in de zin van dat artikel van haar mededader(s), te weten [naam 1] en/of [naam 2] en/of één of meer (andere) personen, arbeid doen verrichten, bestaande uit het verrichten van sloopwerkzaamheden, terwijl niet was/werd voldaan aan (a) artikel 4.48a lid 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) in dat flatgebouw of delen daarvan niet het aanwezige asbest dan wel de aanwezige asbestproducten verwijderd voordat werd aangevangen met andere werkzaamheden, te weten sloopwerkzaamheden, en/of (b) artikel 4.1b van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) voormelde werknemer(s) niet (ter voorkoming van blootstelling aan asbeststof) ten behoeve van werkzaamheden in/aan dat flatgebouw of delen daarvan voorzien van een doeltreffende bescherming van de gezondheid en/of veiligheid, terwijl daardoor, naar zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van die werknemer(s) ontstond of te verwachten was.
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
redelijkerwijs moest weten,in de zin van voorwaardelijk opzet, dat de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans heeft genomen dat er nog asbestdelen aanwezig waren in die flats en dat er dus een gevaarlijke situatie ontstond.