ECLI:NL:GHAMS:2021:3494
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep inzake overtreding ventverbod en verkoop van lachgas
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het overtreden van het ventverbod door op 27 juli 2019 op het Rembrandtplein in Amsterdam lachgas te verkopen. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis van 18 maart 2021, waarin de verdachte was veroordeeld. Tijdens de zitting op 26 oktober 2021 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van 140 euro, te vervangen door twee dagen hechtenis.
De verdachte voerde aan dat de verkoop van het lachgas uitsluitend online had plaatsgevonden en dat de aflevering op de ten laste gelegde locatie geen overtreding van het ventverbod betekende. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk op de locatie lachgas had verkocht. De advocaat-generaal's stelling dat de verkoop was voltooid door de afgifte op de locatie, werd door het hof verworpen. Het hof concludeerde dat de koopovereenkomst tot stand was gekomen door online aanbod en aanvaarding, en dat de aflevering op de locatie niet gelijkstond aan een verkoop ter plaatse.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Het hof benadrukte dat er geen wettelijke grondslag was voor de opvatting dat de verkoop op de ten laste gelegde locatie had plaatsgevonden, en dat de verdachte dus niet schuldig was aan de overtreding van het ventverbod.