ECLI:NL:GHAMS:2021:3493
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens overtreding ventverbod en de juridische betekenis van koop en aflevering van lachgas
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het verkopen van lachgas op een door het college verboden plaats, namelijk het Rembrandtplein in Amsterdam, op 27 juli 2019. De tenlastelegging stelde dat de verdachte ballonnen met lachgas had verkocht, wat in strijd zou zijn met het ventverbod. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis van de kantonrechter, dat op 18 maart 2021 was uitgesproken.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 oktober 2021 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte veroordeeld zou worden tot een geldboete van 140 euro. De verdediging stelde echter dat de verkoop van het lachgas uitsluitend online had plaatsgevonden en dat de aflevering op de ten laste gelegde locatie geen overtreding van het ventverbod betekende. Het hof heeft de argumenten van de advocaat-generaal en de verdediging zorgvuldig afgewogen.
Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk op de ten laste gelegde locatie de verkoop had voltooid. De koopovereenkomst was volgens het hof tot stand gekomen door de online bestelling, en de aflevering op de locatie veranderde daar niets aan. Het hof oordeelde dat de opvatting van de advocaat-generaal over de voltooiing van de verkoop geen wettelijke grondslag had. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Het vonnis van de kantonrechter werd vernietigd en het hof sprak de verdachte vrij van de beschuldiging.