Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren over de onrechtmatige verwijdering van een schutting. [Appellant], wonend in Finland, is in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin werd geoordeeld dat hij onrechtmatig had gehandeld door de schutting van [geïntimeerden] te verwijderen. De rechtbank had [appellant] veroordeeld tot vergoeding van de herstelkosten van de schutting, de kosten van een kadastrale meting en buitengerechtelijke incassokosten.
De feiten zijn als volgt: [geïntimeerden] hebben in mei 2016 een schutting geplaatst, waarna [appellant] en een derde partij, [X], deze in juni 2017 hebben verwijderd. [geïntimeerden] hebben vervolgens schadevergoeding gevorderd voor de kosten van herstel, de kadastrale meting en andere gerelateerde kosten. In hoger beroep heeft [appellant] de grieven ingediend, waarin hij betwist dat de schutting op de erfgrens stond en dat hij onrechtmatig heeft gehandeld.
Het hof heeft geoordeeld dat [geïntimeerden] niet voldoende bewijs hebben geleverd dat de schutting op hun grond stond. De vorderingen van [geïntimeerden] zijn afgewezen, en het hof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd. [geïntimeerden] zijn in hun incidenteel appel niet ontvankelijk verklaard voor hun vorderingen tegen [X]. De kostenveroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.