ECLI:NL:GHAMS:2021:3385
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van oplichting door het bestellen van consumpties zonder betaling en de juridische nuances tussen flessentrekkerij en oplichting
Op 9 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die op 23 juni 2019 in Amsterdam twee glazen sambuca had besteld zonder te betalen. De verdachte werd beschuldigd van oplichting door zich voor te doen als een bonafide klant, waardoor het slachtoffer, werkzaam in een café, werd bewogen tot de afgifte van de drankjes. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot de conclusie kwam dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend was bewezen. De wetgever heeft oplichting gedefinieerd en specifieke oplichtingsmiddelen benoemd, waaronder het aannemen van een valse naam of hoedanigheid. Het hof oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de verdachte zich als bonafide koper presenteerde, onvoldoende was om te spreken van oplichting. Er waren geen specifieke gedragingen die erop wezen dat de verdachte misbruik maakte van de situatie. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie, die een voorwaardelijke gevangenisstraf eiste, afgewezen.