ECLI:NL:GHAMS:2021:3312
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en verzoek tot voorlopige voorziening in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in 2020 een verzoek ingediend tot wijziging van de partneralimentatie die de man, verweerder in hoger beroep, aan haar diende te betalen. De rechtbank Noord-Holland had eerder in 2018 de partneralimentatie op nihil gesteld, wat de vrouw niet accepteerde. Het hof oordeelde dat er voldoende gewijzigde omstandigheden waren, zoals de hertrouw van de man en het aflossen van zijn belastingschulden, waardoor de eerdere beschikking niet meer voldeed aan de wettelijke maatstaven. Het hof heeft de partneralimentatie vastgesteld op € 888,- per maand, ingaande op 23 mei 2019. Tevens werd het verzoek van de vrouw om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het belang bij deze beslissing was komen te vervallen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van hoor en wederhoor in rechtsprocedures en de noodzaak om gewijzigde omstandigheden te onderbouwen bij verzoeken tot wijziging van alimentatie.