In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is veroordeeld voor mishandeling van de benadeelde partij, die op 15 maart 2018 in Amsterdam plaatsvond. De verdachte had een beroep gedaan op noodweer(exces), maar dit werd door het hof verworpen. Het hof oordeelde dat de verklaring van de benadeelde partij betrouwbaar was en dat er geen sprake was van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding die de noodzaak tot verdediging zou rechtvaardigen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen tot een bedrag van € 1.135,00, bestaande uit zowel materiële als immateriële schade. Het hof heeft de ernst van de mishandeling en de impact op de benadeelde partij in overweging genomen bij het bepalen van de straf.