ECLI:NL:GHAMS:2021:32
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing van de kamer voor het notariaat inzake klacht tegen oud-notaris
In deze zaak heeft klager, een oud-notaris, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch. De kamer had op 21 oktober 2019 het verzet van klager tegen een eerdere beslissing van de voorzitter van de kamer van 1 mei 2019 ongegrond verklaard. Klager had op 18 november 2019 een beroepschrift ingediend, gevolgd door een aanvullend beroepschrift op 27 januari 2020. De oud-notaris diende op 13 februari 2020 een verweerschrift in. De zaak werd behandeld op een openbare zitting op 29 oktober 2020, waarbij alleen de gemachtigde van klager aanwezig was.
De kern van de zaak draait om de ontvankelijkheid van klager in zijn hoger beroep. Artikel 99 van de Wet op het Notarisambt (Wna) bepaalt dat tegen een beslissing van de kamer, die klachten kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond verklaart, geen hoger beroep openstaat. Klager stelde dat er sprake was van schending van fundamentele rechtsbeginselen, maar het hof oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die deze claim onderbouwden. Het hof concludeerde dat klager niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat er geen grond was voor het doorbreken van het rechtsmiddelenverbod. De beslissing van het hof werd openbaar uitgesproken op 12 januari 2021.