ECLI:NL:GHAMS:2021:3185

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
23-001759-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake schuldheling van een gestolen motorscooter

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 maart 2020 werd uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 15-262817-19. De verdachte, geboren in 1994, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij werd veroordeeld voor het verwerven en voorhanden hebben van een motorscooter, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof heeft op 1 juni 2021 de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 mei 2019 te Zwanenburg een motorscooter van het type Piaggio voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan op basis van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

De verdachte is schuldig bevonden aan schuldheling, maar het hof heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een ongeneeslijke ziekte. De verdachte heeft verklaard niet in staat te zijn om te werken of een taakstraf uit te voeren, en heeft spijt betuigd van zijn handelen. Het hof heeft de beslissing genomen om de verdachte vrij te spreken van hetgeen meer of anders is tenlastegelegd en heeft de bewaring van de in beslag genomen scooter gelast ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001759-20
datum uitspraak: 1 juni 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 maart 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-262817-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 juni 2021.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 mei 2019 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer, een goed, te weten motorscooter (type Piaggio) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 mei 2019 te Zwanenburg een motorscooter type Piaggio voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 70 uren subsidiair 35 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De raadsvrouw van de verdachte heeft eveneens verzocht dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, gelet op de door de verdediging ter terechtzitting aangevoerde persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een gestolen motorscooter. Door deze gestolen motorscooter voorhanden te hebben, heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Zijn handelen leidt tot schade en overlast voor de eigenaar van de hier bedoelde motorscooter.
Het hof houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ongeneeslijke ziekte. Uit de door de raadsvrouw ter terechtzitting overgelegde stukken blijkt dat de verdachte lijdt aan een zeldzame en zeer ernstige ziekte. De behandeling daarvan brengt nare bijwerkingen met zich zoals vermoeidheid, geheugenklachten en mogelijke gedragsproblematiek. De verdachte heeft ter terechtzitting te kennen gegeven niet in staat te zijn om te werken of een eventuele taakstraf uit te voeren. Ook een geldboete kan hij niet betalen. Voorts heeft de verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij spijt heeft van zijn handelen, welke verklaring op het hof een oprechte indruk heeft gemaakt.
Gelet op deze omstandigheden acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9a en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK scooter (1021802).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M.H.P. Houben, mr. L.I.M. van Bergen en mr. R.A.E. van Noort, in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 juni 2021.
mr. R.A.E. van Noort is niet in staat dit arrest mede te ondertekenen.