ECLI:NL:GHAMS:2021:3185
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake schuldheling van een gestolen motorscooter
Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 maart 2020 werd uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 15-262817-19. De verdachte, geboren in 1994, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij werd veroordeeld voor het verwerven en voorhanden hebben van een motorscooter, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof heeft op 1 juni 2021 de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 mei 2019 te Zwanenburg een motorscooter van het type Piaggio voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan op basis van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
De verdachte is schuldig bevonden aan schuldheling, maar het hof heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een ongeneeslijke ziekte. De verdachte heeft verklaard niet in staat te zijn om te werken of een taakstraf uit te voeren, en heeft spijt betuigd van zijn handelen. Het hof heeft de beslissing genomen om de verdachte vrij te spreken van hetgeen meer of anders is tenlastegelegd en heeft de bewaring van de in beslag genomen scooter gelast ten behoeve van de rechthebbende.