Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] ,
METROPROP SERVICES B.V.,
1.MORGAN STANLEY BANK, N.A.,
MORGAN STANLEY PRINCIPAL FUNDING INC.,
UNIFORE PROPERTY FINANCE B.V.,
1.Procesverloop
2.Feiten
term sheetondertekend (hierna:
term sheet). Daarin staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
(…)SECURED SENIOR LOAN FACILITY TERM SHEET
due diligenceonderzoek uitgevoerd.
closing) bepaald op 31 januari 2019. Deze datum is later door Metroprop c.s. bijgesteld naar 8 februari 2019. Voor Metroprop c.s. was deze datum van groot belang omdat de bestaande financiering van de vastgoedportefeuille op dat moment moest worden afgelost en omdat zij een koopovereenkomst hadden gesloten voor de koop van “Hotel [naam] ” waarin een boete was overeengekomen in geval van te late afname.
3.Beslissing
term sheet. Metroprop c.s. hebben hiermee volgens de rechtbank voldoende duidelijk gemaakt welke feiten zij met behulp van het verzochte getuigenverhoor willen bewijzen en hebben voldoende inzicht gegeven in het feitelijke gebeuren waarop het getuigenverhoor betrekking zal hebben. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld Metroprop c.s. belang hebben bij de onder b) en c) genoemde te bewijzen feiten, maar niet bij de onder a) genoemde feiten. Dat de daadwerkelijke en intern besproken afwegingen van Morgan Stanley om de onderhandelingen over de financiering af te breken voor de onderbouwing van de mogelijke vordering van Metroprop c.s. van belang zijn, is niet gebleken. Immers, vaststaat dat Metroprop c.s. van deze afwegingen niet op de hoogte waren. Deze gedragingen van Morgan Stanley kunnen dus niet hebben bijgedragen aan het ontstaan van het gerechtvaardigd vertrouwen van Metroprop c.s. dat een financieringsovereenkomst met Morgan Stanley tot stand zou komen. Voor zover op de rechtsverhouding tussen Metropop c.s. en Morgan Stanley geen Nederlands recht, maar vreemd recht van toepassing is, hebben Metroprop c.s. niet onderbouwd waarom de verzochte informatie van belang is voor hun vordering.
closingde financiering niet door te laten gaan. Omdat het horen van getuigen over de interne afwegingen van Morgan Stanley om de onderhandelingen over de financiering te beëindigen geen relevantie heeft voor de eventuele toewijsbaarheid van hun vordering heeft de rechtbank ook het verzoek van Metroprop c.s. om [A] te horen afgewezen. Tegen deze beslissing, voor zover deze een afwijzing van het gedane verzoek inhoudt, en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komen Metroprop c.s. met hun grieven op. Morgan Stanley en Unifore hebben verweer gevoerd.
grieven 1 tot en met 3lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Met deze grieven komen Metroprop c.s. allereerst op tegen het oordeel van de rechtbank dat de daadwerkelijke en intern besproken afwegingen van Morgan Stanley om de financieringstransactie af te breken geen relevantie hebben voor de toewijsbaarheid van de vordering die zij voornemens zijn jegens Morgan Stanley in te stellen. Metroprop c.s. voeren daartoe – samengevat weergegeven – aan dat eventuele aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen niet alleen gelegen kan zijn in gerechtvaardigd vertrouwen, maar ook in de redelijkheid en billijkheid, andere omstandigheden van het geval of onrechtmatig handelen. In dat kader zijn alle omstandigheden van het geval, waaronder in ieder geval de daadwerkelijke en intern besproken afwegingen van Morgan Stanley om de financieringstransactie af te breken, van belang. Daarnaast komen Metroprop c.s. tegen de afwijzing van het verzoek om [A] te horen. Metroprop c.s. voeren daartoe aan dat [A] in veel e-mail contacten tussen Morgan Stanley en de vertegenwoordigers van Metroprop c.s. betrokken is geweest en zij naar verwachting kan verklaren wat haar bekend is omtrent de redenen voor het afbreken van de financieringstransactie, reden waarom Metroprop c.s. belang hebben bij het horen van [A] .