ECLI:NL:GHAMS:2021:3096
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beklag ter zake van niet-vervolging van valsheid in geschrift, verduistering en witwassen
Op 19 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin klaagsters, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.E. van der Wal, een beklag indienen tegen de beslissing van het openbaar ministerie om niet over te gaan tot vervolging voor valsheid in geschrift, verduistering en witwassen. De klaagsters stellen dat er mondelinge afspraken zijn gemaakt tussen [klager 1] en [klager 2] over de ontwikkeling van hotel [hotel], waarbij [klager 2] kapitaal zou inbrengen en [klager 1] de projectmanagement zou verzorgen in ruil voor 10% van de aandelen in [groep 1]. Klaagsters hebben aangifte gedaan van valsheid in geschrift en stellen dat de overeenkomst van opdracht en de facturen van [BV 1] valselijk zijn opgemaakt. Beklaagden, bijgestaan door hun advocaten mr. J.G. Geertsma, C.B. Schutte en R. van den Berg, hebben de stellingen van klaagsters betwist en stellen dat er geen valse documenten zijn en dat alles fiscaal verantwoord is. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat beklaagden zich schuldig hebben gemaakt aan de feiten waarop de aangifte ziet. Het hof heeft vastgesteld dat de uitleg van beklaagden over de gemaakte afspraken niet onwaarschijnlijk is en dat er geen goede redenen zijn om strafrechtelijke vervolging te gelasten. Het beklag is daarom ongegrond verklaard en het hof heeft het beklag afgewezen.