In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2001, was betrokken bij een geweldsincident op 1 februari 2020 te Haarlem, waarbij hij samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen een slachtoffer. De tenlastelegging omvatte meerdere geweldshandelingen, waaronder schoppen en slaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen aanwezig was, maar ook daadwerkelijk heeft deelgenomen aan het geweld, wat leidde tot de conclusie dat hij opzet had op de geweldshandelingen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 75 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Ondanks eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten, zijn er positieve ontwikkelingen in de persoonlijke situatie van de verdachte geconstateerd, wat heeft geleid tot een deels voorwaardelijke straf. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging in vereniging, en heeft de strafbaarheid van het bewezenverklaarde bevestigd.