3.7Per brief van 19 juni 2015 heeft Rabobank de op 17 juni 2014 gemaakte afspraken bevestigd. In deze brief staat, voor zover hier relevant, het volgende vermeld: “
(…) Uit de gepubliceerde boetebesluiten blijkt dat de ACM uitvoerig onderzoek heeft gedaan. Op basis van dat onderzoek heeft de ACM vastgesteld dan [X] en Allura B.V. betrokken zijn geweest bij het maken van niet-toegestane (prijs)afspraken op executieveilingen. (…) De door de ACM vastgestelde betrokkenheid bij gedragingen die het eerlijk verlopen van executieveilingen hebben ondermijnd en daarmee het vertrouwen in het financiële stelsel hebben geschaad, beschouwt de bank als een serieus integriteits- en reputatieprobleem. De gedragingen raken rechtstreeks aan de belangen van de overige klanten van de bank, van de bank zelf en van de financiële sector.
Naar het oordeel van de bank kan zij onder deze omstandigheden [X] en Allura B.V. niet langer financieren, of anderszins faciliteren met bancaire producten, evenmin als haar bestuurders/aandeelhouders of vennoten of bedrijven of samenwerkingen waarin [X] of haar vennoten en Allura B.V. of haar bestuurders/aandeelhouders deelnemen. Dit is voor de bank reden geweest haar wens en voornemen tot beëindiging van de relatie met u te bespreken.
Dit voornemen is aan u kenbaar gemaakt in ons gesprek van 17 juni 2014. Gelet op het feit dat de ACM de interne bezwaarprocedure (…) ten tijde van ons gesprek nog niet had afgerond was de bank bereid om de beëindigingsmaatregelen vooralsnog op te schorten. Wel zijn direct afspraken gemaakt over:
Het gebruik van rekeningen, kredietfaciliteiten, verzekeringen etc;
Onroerend goed transacties worden niet meer gefaciliteerd door de bank;
De ongebruikte kredietruimte kan niet meer worden benut;
Er worden geen nieuwe producten afgesloten
Het afbouwen van de relatie;
Er wordt gekozen voor een afbouw van de relatie in goed overleg;
Aflossingen conform het afbouwplan kunnen plaatsvinden zonder dat boeterente in rekening wordt gebracht en in mindering worden gebracht op de lening met de hoogste rente van de betreffende debiteur;
Door u is een voorlopig afbouwplan aan de bank voorgelegd voor afbouw van de financieringen en dit is voor de bank acceptabel.
Op 16 januari 2015 heeft u ons de besluiten op bezwaar aangereikt van de ACM ten aanzien van [X] en Allura B.V.. De ACM matigt de boetes doch blijft bij haar besluit over de gedragingen ten aanzien van niet-toegestane (prijs)afspraken op executieveilingen. Hiermee achten wij het besluit van de ACM definitief en is de reden tot opschorten van de beëindigingsmaatregelen vervallen. (…)”