ECLI:NL:GHAMS:2021:3038
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen kandidaat-notaris over uitstel overdracht onroerend goed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een klacht tegen een kandidaat-notaris. De klager, lid van een woonvereniging, had een klacht ingediend omdat de kandidaat-notaris had ingestemd met een uitstel van de overdracht van een appartementsrecht. De klager stelde dat dit uitstel niet had mogen plaatsvinden zonder akkoord van de koper, wat volgens hem in strijd was met de koopovereenkomst. De kandidaat-notaris had de akte van overdracht gepasseerd, maar de klager was van mening dat de kandidaat-notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld door het uitstel te accepteren.
De zaak begon met een beroepschrift dat de klager op 21 april 2021 indiende tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in Arnhem-Leeuwarden. De kandidaat-notaris had op 27 juli 2021 een verweerschrift ingediend. Tijdens de openbare zitting op 16 september 2021 waren de klager en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de kandidaat-notaris en haar gemachtigde wel aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten van de zaak beoordeeld, waaronder de communicatie tussen de kandidaat-notaris, de makelaar en de koper. Het hof concludeerde dat de kandidaat-notaris mocht uitgaan van de instemming van de koper met het uitstel van de overdracht. De klacht van de klager werd ongegrond verklaard, en het hof bevestigde de beslissing van de kamer. De uitspraak benadrukt de individuele tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van de kandidaat-notaris, ook al ging het om hetzelfde feitencomplex als in een eerdere klacht tegen een andere notaris.