ECLI:NL:GHAMS:2021:3032

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juli 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
23-002506-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van ramkraak op kledingwinkel met gestolen auto en diefstal van auto

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van een ramkraak op een kledingwinkel in Amsterdam op 10 oktober 2018, waarbij hij samen met een mededader de winkelruiten heeft geforceerd met een gestolen auto en kleding en een duur horloge heeft ontvreemd. Daarnaast is de verdachte ook beschuldigd van de diefstal van de auto die bij de ramkraak is gebruikt. Tijdens de rechtszaak heeft de verdediging aangevoerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ramkraak, met name met betrekking tot het DNA dat op oordopjes werd aangetroffen op de plaats delict. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte op het moment van de diefstal van de auto en de ramkraak gebruikmaakte van zendmasten in de directe omgeving, wat zijn betrokkenheid bevestigde. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal van de auto en het medeplegen van de ramkraak, maar heeft hem vrijgesproken van de derde tenlastelegging, die betrekking had op de verkoop van drugs. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarbij het hof de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte in overweging heeft genomen. De schade die door de ramkraak is veroorzaakt, bedraagt meer dan € 70.000,00, wat ook heeft bijgedragen aan de hoogte van de opgelegde straf.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002506-19
datum uitspraak: 19 juli 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-698037-19 tegen
[verdachten],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 10 oktober 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in / uit het winkelbedrijf [winkel], gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen
- een of meerdere kledingstukken, waaronder een of meerdere jas(sen) en/of zwembroek(en) en/of t-shirt(s) en/of polo(s) van het merk Valentino, Canada Goose en/of Givenchy, en/of
- een horloge, te weten een Rolex Titan Black Daytona,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [winkel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door met een voertuig op de winkelpui en/of de glazen etalageruiten van dat [winkel] winkelbedrijf in te rijden en/of de winkelpui en/of de glazen etalageruiten te forceren, in elk geval door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij, op of omstreeks 10 oktober 2018 te Amsterdam en/of Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Renault, type: Laguna, kenteken: [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen auto/goed onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3.
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2019 tot en met 7 maart 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een (tot op heden nog onbekende) hoeveelheid cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Vrijspraak feit 3

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd onder 3, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Nu de advocaat-generaal dit ook heeft gevorderd en dit eveneens is bepleit door de raadsman, wordt dit oordeel niet nader gemotiveerd.

Bewijsoverwegingen feit 1 en 2

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tenlastegelegde ramkraak. Daartoe is het volgende aangevoerd. Van de oordopjes die op de plaats delict zijn gevonden, kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat deze door een van de daders zijn achtergelaten. Daarnaast is niet bekend hoe het DNA van de verdachte op deze oordopjes is terechtgekomen. Aangezien deze oordopjes veelvoorkomend zijn, kan ook niet verwacht worden dat iemand dit kan uitleggen. Daar komt bij dat naast het DNA van de verdachte ook het DNA van één of meerdere anderen is aangetroffen en niet kan worden vastgesteld dat de verdachte als laatste in contact is geweest met de oordopjes. Van de kleding die bij de verdachte is aangetroffen is ook niet gebleken dat deze afkomstig is uit de winkel van de inbraak. Dat de telefoon van de verdachte omstreeks het tijdstip waarop de ramkraak plaatsvond een zendmast aanstraalt in de buurt van de winkel zegt bovendien niets aangezien het gaat om hartje Amsterdam en het sociale leven van de verdachte zich daar afspeelt. Het onder 2 tenlastegelegde kan volgens de verdediging evenmin bewezen worden verklaard. Daartoe is aangevoerd dat niet bekend is op welk tijdstip de auto precies is weggenomen, waardoor niet kan worden vastgesteld dat de verdachte op het moment van wegnemen met zijn telefoon een mast in de buurt van deze auto heeft aangestraald.
Op grond van de inhoud van het dossier en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen, stelt het hof het volgende vast. Op 10 oktober 2018 omstreeks 05:00 uur heeft een ramkraak plaatsgevonden bij kledingwinkel [winkel]. De camerabeelden van de beveiligingscamera die vanuit de winkel op de straat is gericht, laten het volgende zien. Een persoon komt in een – zo bleek later – gestolen auto aanrijden en rijdt met de auto door de linker winkelruit. De bestuurder stapt uit en rent naar de voorzijde van de auto. Vervolgens komt een tweede persoon op een scooter aanrijden. De bestuurder van de scooter parkeert de scooter op de stoep en rent naar voornoemde auto. De bestuurder van de auto stapt weer in en rijdt vervolgens door de andere winkelruit de kledingwinkel binnen. Ondertussen is de bestuurder van de scooter teruggegaan naar de scooter en heeft daar een grote tas opengevouwen. Deze persoon gaat vervolgens met de tas via een geforceerde opening de winkel in. Te zien is dat de bestuurder van de auto door een autoruit de auto uitklimt en de winkel ingaat. Beide personen verlaten kort daarna met goederen achtereenvolgens de winkel. Zij vertrekken samen met de buit op de scooter.
De auto die bij deze ramkraak is gebruikt, is voorafgaand aan de ramkraak gestolen in Diemen. De eigenaar van de auto heeft deze rond middernacht (derhalve enkele uren voor het plaatsvinden van de ramkraak) afgesloten voor zijn huis geparkeerd. Uit camerabeelden van een buurman volgt dat op
10 oktober 2018 omstreeks 03:30 uur een busje aan komt rijden, een jongen uitstapt en wat later een lichtschijnsel te zien is vanaf de plek waar de auto stond geparkeerd. Hieruit wordt de conclusie getrokken dat de auto rond 03:30 uur is gestolen. Het hof neemt die conclusie over.
Uit telecomgegevens blijkt dat het telefoonnummer van de verdachte rond het tijdstip van de diefstal van de auto (omstreeks 03:30 uur) gebruikmaakte van een zendmast in de omgeving van de plek waar de auto is gestolen. Dezelfde telefoonnummer van de verdachte maakte vervolgens rond 05:00 uur, het tijdstip van de ramkraak, gebruik van zendmasten waarvan ook gebruikgemaakt kan worden in de directe omgeving van kledingwinkel [winkel].
Later wordt in de slaapkamer van verdachte kleding aangetroffen die overeenkomt met de uit de winkel gestolen en deels op de vluchtroute gevonden kleding.
Op voornoemde camerabeelden uit de winkel is eveneens te zien dat de bestuurder van de auto op het moment dat hij uit de auto klimt een snoer uit zijn broekzak heeft hangen en dat dit snoer gelijkenis vertoont met een snoer waar oordopjes aan zitten. Een dergelijk snoer met oordopjes is na de ramkraak in de winkel aangetroffen. Deze oordopjes waren bij navraag niet van een werknemer van de winkel en zijn ook niet gezien op het moment van afsluiten van de winkel op 9 oktober 2018. Op de oordopjes is een DNA-hoofdprofiel aangetroffen dat een match oplevert met het DNA-profiel van de verdachte. De matchkans bij dit hoofdprofiel is berekend op kleiner dan 1 op 1 miljard. De verdachte heeft geen – de redengevendheid van deze DNA-match ontzenuwende – verklaring gegeven voor het aantreffen van de oordopjes met zijn DNA op de plaats delict. Dat hij de oordopjes eerder op die plek heeft verloren of dat deze door toedoen van iemand anders op deze plek terecht zijn gekomen, acht het hof niet geloofwaardig. Temeer niet nu uit telecomgegevens is gebleken dat het telefoonnummer van de verdachte zowel op het moment van de diefstal van de auto als op het moment van de ramkraak telkens gebruikmaakte van in de directe omgeving van de auto respectievelijk de winkel gelegen zendmasten, de gestolen auto is gebruikt bij de ramkraak, tussen de diefstal en de ramkraak een kort tijdsbestek zit en de oordopjes te zien zijn bij de bestuurder van de auto. Het standpunt van de verdediging dat het gebruikmaken van het telefoonnummer van verdachte van zendmasten in de buurt van kledingwinkel [winkel] te verklaren is nu het gaat om het centrum van Amsterdam en het sociale leven van de verdachte zich daar afspeelt, volgt het hof in het licht van de overige hiervoor genoemde feiten en omstandigheden niet.
Op grond van de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden, in onderling verband beschouwd, acht het hof bewezen dat de verdachte op 10 oktober 2018 de auto in Diemen heeft gestolen en vervolgens als bestuurder van die auto is opgetreden bij de ramkraak op kledingwinkel [winkel], welk misdrijf hij in vereniging met een mededader, die het hof aanmerkt als [medeverdachte], heeft begaan. Dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte] bij de ramkraak met een duidelijk vooropgezet plan volgt naar het oordeel van het hof in het bijzonder uit het feit dat zij nagenoeg gelijktijdig komen aanrijden, [medeverdachte] een grote tas bij zich heeft om – zo blijkt – de gestolen goederen in mee te nemen en zij gezamenlijk vertrekken op de scooter.

Bespreking voorwaardelijk verzoek

De verdediging heeft verzocht de opsteller van het NFI rapport, dr. [naam], te horen indien het hof van oordeel is dat de match tussen het DNA-hoofdprofiel op de oordopjes en het DNA van de verdachte als bewijs kan worden gebruikt. De verdediging wenst hem onder meer te vragen of het aantreffen van het DNA-hoofdprofiel dat matcht met het DNA van de verdachte betekent dat de verdachte de oordopjes als laatste in zijn oren heeft gehad gelet op het feit dat het een mengprofiel is, en wat de waarschijnlijkheid hiervan is.
Het hof acht de match tussen het DNA-hoofdprofiel op de oordopjes en het DNA van de verdachte redengevend voor het bewijs, zodat de door de raadsman gestelde voorwaarde in vervulling is gegaan en het hof heeft te beslissen op het verzoek. Het noodzaakscriterium is daarbij de te hanteren maatstaf.
Het hof oordeelt als volgt. De verdediging heeft verzocht de deskundige te bevragen of de match betekent dat er sprake moet zijn geweest van directe overdracht, of dat het aantreffen van zijn DNA betekent dat de verdachte de oordopjes als laatste in zijn oren moet hebben gehad. Het hof gaat op grond van de hiervoor genoemde in onderlinge samenhang beschouwde feiten en omstandigheden – zoals hiervoor is overwogen – ervan uit dat het de verdachte is geweest die de oordopjes tijdens het plegen van de diefstal op het plaats delict heeft achter gelaten. Of het de verdachte is geweest – of iemand anders – die deze oordopjes op enig moment als laatste in de oren heeft gehad doet aan deze vaststelling naar ’s hofs oordeel niet af. Derhalve acht het hof het horen van de deskundige niet noodzakelijk en wijst het verzoek om die reden dan ook af.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 10 oktober 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit het winkelbedrijf [winkel], gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen
- kledingstukken, waaronder jassen en zwembroeken en t-shirts en polo‘s van het merk Valentino, Canada Goose en/of Givenchy, en
- een horloge, te weten een Rolex Titan Black Daytona,
toebehorende aan het winkelbedrijf [winkel], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door met een voertuig op de glazen etalageruiten van dat [winkel] winkelbedrijf in te rijden en de glazen etalageruiten te forceren;
2.
hij op 10 oktober 2018 te Diemen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Renault, type: Laguna, kenteken: [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer].
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Allereerst heeft de verdachte samen met een ander een brutale ramkraak gepleegd op een kledingwinkel in het centrum van Amsterdam. De verdachte heeft met een gestolen auto de winkelruiten geforceerd, waarna hij en de mededader de winkel zijn ingegaan en kleding en een duur horloge hebben ontvreemd. Zij hebben hierdoor enorme schade aangericht aan het winkelpand en voor ruim € 70.000,00 aan goederen weggenomen. Het benadeelde winkelbedrijf en de eigenaar van het pand zijn veel overlast bezorgd. De verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt de diefstal van de auto die bij de ramkraak is gebruikt. Het behoeft geen toelichting dat dergelijk misdrijven bij de slachtoffers, benadeelden en in de maatschappij veel frustratie, overlast en gevoelens van onveiligheid veroorzaken. Met zijn handelen heeft de verdachte bovendien blijk gegeven van gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen. Het hof neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij een en ander heeft aangericht enkel en alleen maar om er zelf financieel beter van te worden en – gelet op zijn proceshouding in eerste aanleg en in hoger beroep – geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 juni 2021 is hij eerder voor gekwalificeerde vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen het hof in zijn nadeel weegt.
Bij die stand van zaken en mede gelet op de omvang van de schade die de verdachte met zijn mededaders aan de gedupeerden heeft toegebracht en de straffen die aan recidivisten in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd, is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden is.

Beslag

Onder de verdachte zijn voorwerpen in beslag genomen die staan vermeld op de beslaglijst. Op deze goederen rust strafvorderlijk beslag en – blijkens het requisitoir in eerste aanleg van de officier van justitie – conservatoir beslag ten behoeve van een ontnemingsmaatregel dan wel schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de in strafvorderlijk beslag genomen goederen zal het hof – met uitzondering van de hierna te noemen goederen – de teruggave gelasten aan de verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
De goederen die op de beslaglijst staan onder 29 (shirt Valentino) en 30 (zwembroek Valentino) zullen worden verbeurdverklaard, nu deze goederen aan verdachte toebehoren en door middel van feit 1 zijn verkregen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf wordt gegrond op de artikelen 47, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Voor zover nog aan de orde na aftrek van het voorarrest, zal de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Shirt, Valentino, 5715841
  • 1 STK Zwembroek, Valentino, 5715844
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Zaktelefoon, Samsung, 5715684
  • 1 STK Broek, Philipp Plein, 5715805
  • 1 STK Zaktelefoon, Samsung, 5715786
  • 6 STK Pet, Dsquared, 5715673
  • Geld Euro € 2.800,00, 5715689
  • 1 STK, Jas kl: wit, Milstone, 5715811
  • 2 STK, Broek, Balmail spijker 5715769
  • 2 STK, Broek, Dsquared spijker, 5715777
  • Geld euro € 620,00, 5715712
  • 2 STK Broek, Dolce Gabana spijker, 5715781
  • 2 STK Shirt, Dolce Gabana, 5715787
  • 4 STK Shirt, Givenchy, 5715795
  • 1 STK Shirt, Versace, 5715795
  • 1 STK Shirt, Prada, 5715796
  • 1 STK Shirt, Louis Vuitoon, 5715798
  • 1 STK Sjaal, Louis Vutton, 5715799
  • 1 STK Zwembroek, Versace, 5715800
  • 1 STK Vest, Philipp Plein, 5715802
  • 1 STK Shirt, Kenzo, 5715806
  • 1 STK Shirt, Balmain, 5715807
  • 1 STK Shirt, Marcello Burlon, 5715809
  • 1 STK Broek, Dsquared kort, 5715813
  • 1 STK Shirt, Saint Laurent polo, 5715822
  • 1 STK Shirt, Gucci polo, 5715822
  • 1 STK Jas, The North Face, 5715827
  • 1 STK Jas, Replay spijker, 5715834
  • 1 STK Jas, Moncler, 5715836
  • 1 STK Vest, Dolce Gabana, 5715839
  • 1 STK Jas, Woolrich, 5715846
  • 1 STK Jas, Moncler, 5715849
  • 1 STK Bodywarmer, Dsquared, 5715859
  • 1 STK Riem, Hermes, 5715820
  • 1 STK Jas, Gucci Nylon, 5715840
  • 1 STK Jas, Canada Goose, 5715830
  • 1 STK Bodywaremer, Moncler, 5715825
  • 1 STK Jas, Rains, 5815860
  • 1 STK Vest, Just Cavalli, 5715865
  • 27 STK Schoenen, Laboutin, 5715717 (13,5 paar)
  • 1 PR Schoenen, Valentino, 5715735
  • 1 PR pantoffle, Burberry pantoffle, 5715758
  • 1 PR Schoenen, Filling Pieces, 5715783
  • 1 PR Schoenen, Dolce Gabana, 5715740
  • 1 STK Jas, Woolrich, 5715731
  • 1 STK Tas, Louis Vuitton sleutels, 5715671
  • 1 FLS Champagne, Domperignon, 57415660
  • 1 FLS Champagne, Louis Roedereer, 5715646
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr. F.A. Hartsuiker en J.W.P. van Heusden in tegenwoordigheid van mr. S.W.H. Bootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
19 juli 2021.
=========================================================================
[…]