ECLI:NL:GHAMS:2021:2986
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling in hoger beroep; belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling voor de minderjarige [de minderjarige]. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de door de rechtbank Noord-Holland vastgestelde zorgregeling van 6 maart 2019. De vrouw stelde dat de regeling onduidelijk was en niet in het belang van [de minderjarige]. De man, verweerder in hoger beroep, verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de ontwikkeling van [de minderjarige] en de rol van beide ouders in haar leven. Het hof concludeerde dat de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling, die een ruime verdeling van zorg- en opvoedingstaken omvatte, in het belang van [de minderjarige] was. Het hof oordeelde dat er geen noodzaak was om de zorgregeling te wijzigen, aangezien de minderjarige zowel bij de vrouw als bij de man voldoende tijd doorbracht. De raad voor de Kinderbescherming adviseerde ook om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de vrouw af.