ECLI:NL:GHAMS:2021:2968
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in een onstabiele thuissituatie met zorgen over ontwikkeling en hulpverlening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2], die opgroeien in een onstabiele thuissituatie. De moeder van de kinderen, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland aangevochten, waarin de kinderen onder toezicht waren gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam voor de duur van twaalf maanden. De moeder betoogde dat de ondertoezichtstelling ongefundeerd en in strijd met de wet was, en dat zij bereid was om aan hulpverlening mee te werken. De Raad voor de Kinderbescherming, verweerder in hoger beroep, steunde de ondertoezichtstelling en stelde dat de zorgen over de kinderen, voortkomend uit de instabiele thuissituatie en de destructieve relatie van de moeder met haar ex-partner, nog steeds aanwezig waren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 augustus 2021 werd duidelijk dat de moeder in het verleden hulpverlening had geaccepteerd, maar deze vaak niet volhield. Het hof overwoog dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk was om de ontwikkeling van de kinderen te beschermen, gezien de ernstige bedreigingen die zij ondervonden in hun thuissituatie. Het hof concludeerde dat de moeder, hoewel zij hulpverlening accepteerde, niet in staat was gebleken om deze effectief te benutten, wat leidde tot de beslissing om de eerdere beschikking te bekrachtigen. Het hof benadrukte het belang van een stabiele thuissituatie en de noodzaak van hulpverlening in het gedwongen kader, gezien de complexiteit van de problematiek en de ernst van de zorgen over de kinderen.
De beslissing van het hof bevestigt de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, met de verwachting dat de moeder leert om het belang van de kinderen voorop te stellen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun welzijn.