ECLI:NL:GHAMS:2021:2922

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
23-000741-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in jeugdzaak betreffende eenvoudige belediging van een ambtenaar met aanvulling van bewijsmiddelen en wetsartikelen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 23 maart 2021. De zaak betreft een jeugdige verdachte, geboren in 2002, die werd beschuldigd van eenvoudige belediging van een ambtenaar. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte dezelfde straf opgelegd krijgt als in eerste aanleg. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter bevestigd, maar met de toevoeging van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wetsartikelen en een aanvulling van de bewijsmiddelen.

Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 12 augustus 2021 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw van de verdachte. Het hof heeft de bewijsmiddelen die door de kinderrechter zijn opgenomen, aangevuld met nieuwe informatie, waaronder NAW-gegevens van de verdachte en een proces-verbaal van aanhouding door burger. Dit proces-verbaal beschrijft de aanhouding van de verdachte op heterdaad door de aangever op 24 juli 2019.

De beslissing van het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de aanvullingen en wijzigingen die zijn doorgevoerd. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof en is ondertekend door de griffier, hoewel twee van de rechters buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000741-21
datum uitspraak: 26 augustus 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 23 maart 2021 in de strafzaak onder parketnummer 05-178763-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de bewijsmiddelen zal aanvullen zoals hierna weergegeven en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegt aan de toepasselijke wetsartikelen.

Bewijsmiddelen

Het hof voegt het hierna weergegeven bewijsmiddel IV toe aan de door de kinderrechter in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen en vult bewijsmiddel II als volgt aan:
Aan bewijsmiddel II (een proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina’s 5 en 6) wordt toegevoegd:
NAW-gegevens van de verdachte:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedag] 2002
IV.
Een proces-verbaal van aanhouding door burger met nummer PL0600-2019329376-2 van 25 juli 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] [doorgenummerde pagina’s 11 en 12].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op woensdag 24 juli 2019 om 23:20 uur werd door Aangever [aangever] aan ons overgeleverd de door hem, op woensdag 24 juli 2019 te [adres 2], op heterdaad aangehouden verdachte: [verdachte].

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. H.A. van Eijk en mr. A.M. Kengen, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 augustus 2021.
mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. H.A. van Eijk zijn buiten staat het arrest mede te ondertekenen.