In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met een mes van een medebewoner van een instelling voor opvang van dak- en thuislozen. De tenlastelegging betreft een incident dat plaatsvond op 2 oktober 2018, waarbij de verdachte opzettelijk dreigend een mes heeft gepakt en daarmee bewegingen heeft gemaakt richting het slachtoffer, terwijl hij dreigende woorden uitsprak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 januari 2021 zijn camerabeelden van het incident bekeken, die niet overeenkwamen met de wisselende verklaringen van de verdachte. Het hof oordeelde dat de camerabeelden de lezing van het slachtoffer ondersteunden en dat de verdachte niet geloofwaardig was in zijn verdediging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan de bedreiging. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare delicten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een taakstraf van 90 uren op te leggen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft de ernst van de bedreiging en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf.