2.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2 (2.1 tot en met 2.18) feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en binden dus ook het hof. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.1De maatschap exploiteert een melkveebedrijf. [appellant] c.s. bankieren sinds juni 2003 bij ING. In dat jaar heeft ING aan [appellant] een rekening-courantkrediet en twee Euroflexleningen van in totaal € 935.000 ter beschikking gesteld tegen variabele rentes.
2.1.2In 2006 en 2007 zijn ING en [appellant] herfinanciering en uitbreiding van de bestaande kredieten overeengekomen. In 2007 bedroeg de door ING aan [appellant] verstrekte financiering € 1.280.000, bestaande uit een rekening-courantkrediet van € 55.000 en Euroflexleningen van in totaal € 1.225.000. De debetrente werd bepaald op 1% boven 1-maands Euribor.
2.1.3In 2007 heeft ING bij [appellant] thuis aan [appellant] een presentatie gegeven over renteafdekking. De daarbij door ING gepresenteerde sheets vermelden verschillende opties om het renterisico op leningen met een variabele rente af te dekken: een interest rate swap, een cap en een collar. Bij de renteswap is als voordeel vermeld dat, indien het contract tussentijds wordt opengebroken, een opbrengst kan worden verkregen. Als nadeel is vermeld dat er geen mogelijkheid is om te profiteren van een relatief lage geldmarktrente.
2.1.4Op 27 juli 2007 heeft [appellant] een Optie/Future-overeenkomst, een Allowancefaciliteit OTC-derivaten transacties en een gebruikersovereenkomst inzake “ [naam website] ” ondertekend.
Onder de overeenkomst “Allowancefaciliteit OTC-derivaten transacties” heeft ING een kredietfaciliteit van € 125.000 aan [appellant] verstrekt waarover hij kan beschikken voor het voldoen aan marginverplichtingen die uit hoofde van een af te sluiten renteswap zouden ontstaan.
2.1.5Op 31 juli 2007 is [appellant] met ING een
forward startingrenteswap aangegaan, op grond waarvan [appellant] vanaf 1 juli 2008 tot 1 juli 2018 een vaste swaprente van 4,855% plus debetrenteopslag zou gaan betalen over een hoofdsom van € 1.000.000 bij aanvang en aflopend tot € 449.863 aan het einde van de looptijd. Het aangaan van deze renteswap met referentienummer [referentienummer 1] , is door ING bij brief van dezelfde datum aan [appellant] bevestigd en deze bevestiging is door [appellant] voor akkoord ondertekend.
2.1.6Op 7 april 2008 heeft ING aan [appellant] een offerte uitgebracht voor herfinanciering en verhoging van de bestaande Euroflexleningen door het verstrekken van een nieuwe Euroflexlening ter hoogte van (in totaal) € 1,5 miljoen. De te betalen debetrente bedroeg 0,6% per jaar boven het 1-maands Euribor tarief en de looptijd was 215 maanden vanaf 7 april 2008. [appellant] en zijn echtgenote [naam echtgenote] hebben de offerte op 7 april 2008 voor akkoord ondertekend.
2.1.7Op 5 juni 2008 is de in 2007 gesloten
forward startingrenteswap beëindigd met een negatieve waarde van € 19.000. Deze negatieve waarde is op dat moment niet aan [appellant] meegedeeld. Het bedrag is niet betaald aan ING, maar verdisconteerd in een op diezelfde dag door [appellant] met ING afgesloten 10-jarige
forward startingrenteswap met referentienummer [referentienummer 2] , ingaande 1 juli 2009 met een onderliggende hoofdsom van bij aanvang € 1,5 miljoen, aflopend naar € 666.665 op de einddatum en een daarover door [appellant] te betalen vaste swaprente van 4,845% plus debetrenteopslag. De renteswap is bij brief van 5 juni 2008 bevestigd, welke bevestiging door ING en [appellant] is ondertekend. De negatieve waarde van € 19.000 is pas in onderhavige procedure bekend geworden.
2.1.8Op 1 april 2009 is de Allowancefaciliteit verhoogd naar € 300.000.
2.1.9In 2012 heeft [appellant] te kennen gegeven de verstrekte financieringen en de afgesloten renteswap te willen overzetten op naam van de maatschap. In dit kader hebben [appellant] en zijn echtgenote [naam echtgenote] , beiden als maat van de maatschap, op 11 april 2012 de volgende documenten ondertekend: een “Raamovereenkomst inzake niet-beursverhandelde derivaten”, een “Allowancefaciliteit OTC-derivaten transacties” en een “Gebruiksoverzicht en gebruiksovereenkomst inzake [naam website] ”. De hoogte van de allowancefaciliteit is daarbij bepaald op € 350.000.
2.1.10Op 30 augustus 2012 is de in 2008 afgesloten renteswap beëindigd en is een nieuwe renteswap met dezelfde modaliteiten afgesloten op naam van de maatschap. Uit hoofde van deze nieuwe renteswap zou de maatschap een vaste swaprente van 4,845% plus debetrenteopslag betalen over de onderliggende hoofdsom die op 1 augustus 2012 € 1.349.999,70 bedroeg en afliep naar € 666.665 op de einddatum (1 juli 2019).
2.1.11De debetrenteopslag is op 7 mei 2009 verhoogd van 0,60% naar 0,90%, op 1 augustus 2012 naar 1,50%, op 1 augustus 2013 naar 2,25% en op 1 augustus 2014 naar 3,00%.
2.1.12Bij brief van 2 oktober 2015 heeft ING aan de maatschap meegedeeld dat een herbeoordeling heeft plaatsgevonden van de renteswap. ING heeft, voor zover van belang, als volgt aan [appellant] c.s. bericht:
“Constateringen n.a.v. de herbeoordeling van uw rentederivaat
Bij de herbeoordeling van het rentederivaat dat aan u is verstrekt, hebben wij niet uit het dossier kunnen reconstrueren of u adequaat over bepaalde kenmerken en de risico’s van het rentederivaat bent geïnformeerd.
Voorts hebben wij niet uit het dossier kunnen reconstrueren of u adequaat bent geïnformeerd over het feit dat alleen de Euribor-rente van uw krediet werd afgedekt door het derivaat en niet ook de opslag daarop.
Om die reden hebben wij tijdens het gesprek met u vastgesteld of dit het geval was. Daartoe hebben we u de betreffende kenmerken en risico’s nogmaals gepresenteerd aan de hand van de tijdens de bespreking aan u verstrekte presentatie. Wij hebben achteraf niet met zekerheid kunnen vaststellen of u bij het afsluiten van het derivaat adequaat bent geïnformeerd over het risico dat het rentederivaat tussentijds een marktwaarde kan ontwikkelen, die ook negatief kan zijn en de consequentie daarvan bij vervroegde afwikkeling en over het feit dat alleen de Euribor rente van uw krediet werd afgedekt door het derivaat en niet ook de opslag daarop.”
In genoemde brief heeft ING ter compensatie van de verhoging van de debetrenteopslagen een bedrag van € 79.326,29 aan de maatschap aangeboden.
2.1.13Bij brief van 23 oktober 2015 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellant] c.s. namens hen aan ING geschreven dat [appellant] c.s. zich niet konden vinden in de aangeboden compensatie, meegedeeld dat de geleden schade groter was en dat een expert dossieronderzoek zou doen om de schade te berekenen.
2.1.14ING heeft aan [appellant] c.s. een bedrag van € 93.266,68 betaald ter terugbetaling van de tijdens de looptijd van de opeenvolgende renteswaps doorgevoerde verhogingen van de debetrenteopslagen onder de kredietovereenkomsten.