ECLI:NL:GHAMS:2021:2776
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na vrijspraak in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2021 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van een verzoeker die eerder op 26 februari 2021 onherroepelijk was vrijgesproken van een strafzaak. Het verzoekschrift, ingediend op 21 mei 2021, betreft een schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand in verband met de strafzaak en de verzoekschriftprocedure. De verzoeker had een vergoeding van € 19.262,68 gevraagd voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en € 550,00 voor de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker niet verwijtbaar betrokken was bij de onttrekking van de vergunning aan het verkeer, wat zijn ontvankelijkheid in deze procedure niet in de weg staat. Het hof heeft de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak gematigd tot € 18.887,89 en de kosten voor de verzoekschriftprocedure vastgesteld op € 680,00. Uiteindelijk heeft het hof een totale schadevergoeding van € 19.567,89 toegekend aan de verzoeker, waarbij het overige verzoek is afgewezen. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, met de oudste raadsheer die de tenuitvoerlegging van de beschikking heeft bevolen.