ECLI:NL:GHAMS:2021:2773

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
24 september 2021
Zaaknummer
000417-21 en 000416-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding in verband met ISD-maatregel en rechtsbijstandskosten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2021 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van de verzoeker, die schadevergoeding vroeg in verband met een eerdere strafzaak. Het verzoekschrift is op 17 mei 2021 ingekomen, waarna de advocaat-generaal op 28 mei 2021 zijn standpunt heeft kenbaar gemaakt. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B.A.C. van Tuinen, heeft niet in raadkamer verschenen tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift op 7 september 2021. De verzoeker stelde schade te hebben geleden ten bedrage van € 315,00 als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak en vroeg daarnaast om vergoeding van rechtsbijstandskosten van € 680,00.

Het hof heeft de zaak beoordeeld in het licht van de eerdere veroordeling van de verzoeker voor diefstal en het wederrechtelijk binnendringen van een besloten lokaal, waarbij hij kort voor deze behandeling een ISD-maatregel opgelegd had gekregen. Het hof oordeelde dat er geen gronden van billijkheid aanwezig waren voor de toekenning van de schadevergoeding van € 315,00, maar dat er wel gronden van billijkheid waren voor de toekenning van de vergoeding van de rechtsbijstandskosten. Het hof heeft de verzoeker een vergoeding van € 680,00 toegekend en het overige verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, waarbij de oudste raadsheer mr. L.I.M. van Bergen de tenuitvoerlegging van de beschikking heeft bevolen.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000417-21 (530 Sv) en 000416-21 (533 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-003816-19
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 en 533 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ([geboorteland]),
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. B.A.C. van Tuinen,
[adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 17 mei 2021 ingekomen.
Op 28 mei 2021 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 7 september 2021 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 315,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 680,00.

3.Beoordeling van het verzoek

De zaak is geëindigd bij arrest van dit hof van 21 april 2021 waarbij verzoeker is veroordeeld voor diefstal en het wederrechtelijk binnendringen van een besloten lokaal. Verzoeker had kort voor de behandeling van deze zaak in een andere strafzaak een ISD-maatregel opgelegd gekregen. Het hof heeft dan ook toepassing gegeven aan artikel 9a Sr.
Ad a
Gelet op het voorgaande acht het hof geen gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van de verzochte vergoeding ter zake van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak met voormeld parketnummer.
Ad b
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 680,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 680,00 (zeshonderdtachtig euro).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mrs. F.A. Hartsuiker, L.I.M. van Bergen en N.C. Laatsch, in tegenwoordigheid van mr.
M.E. de Waard als griffier, is bij ontstentenis van de voorzitter ondertekend door de oudste
raadsheer en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 21 september 2021.
De oudste raadsheer beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 680,00 (zeshonderdtachtig euro) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [tnv] o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 20 september 2021,
mr. L.I.M. van Bergen, oudste raadsheer.