ECLI:NL:GHAMS:2021:2766
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vrijspraak in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Noord-Holland
Op 24 september 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep ingesteld door het Openbaar Ministerie tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 september 2019. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 10 september 2021, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal heeft gehoord, die een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest had geëist. De verdediging heeft ook haar standpunten naar voren gebracht.
Na het onderzoek in hoger beroep heeft het hof geconcludeerd dat er geen aanleiding is om tot een ander oordeel te komen dan dat van de rechtbank. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep en heeft bevestigd dat de verdachte vrijgesproken wordt van de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft opgemerkt dat de rechtbank in haar overwegingen ten onrechte sprak van vrijspraak van heling, terwijl het hof begrijpt dat dit betrekking had op witwassen.
De beslissing van het hof is dat het vonnis van de rechtbank wordt bevestigd. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 september 2021. Mr. M.F.J.M. de Werd was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.