ECLI:NL:GHAMS:2021:2765
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vrijspraak in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Noord-Holland
Op 24 september 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 september 2019. In deze strafzaak, met parketnummer 15-132377-19, was de verdachte, geboren in 1993 zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, door de rechtbank vrijgesproken van het tenlastegelegde. Het openbaar ministerie heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest heeft gevorderd. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 10 september 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman in overweging genomen.
Het hof heeft geconcludeerd dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot een ander oordeel dan dat van de rechtbank. Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en bevestigt dit, met de opmerking dat de rechtbank in haar overwegingen ten onrechte sprak van vrijspraak van heling, terwijl het hof begrijpt dat dit betrekking had op het subsidiair tenlastegelegde witwassen. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op dezelfde datum.