Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties;
- memorie van antwoord in incidenteel appel.
2.Feiten
Overige zakelijke dienstverlening, de ontwikkeling, onderhoud en beheer van een website en platform voor particulieren onderling om hen te faciliteren bij het aantrekken van nieuwe klanten en opdrachten en het beheer van bestaande klantrelaties, en de bijstand bij interne procedures.”
3.Beoordeling
HELPLING heeft het recht vóór een registratie referenties over werkzaamheden als DIENSTVERLENER – bijvoorbeeld van vroegere klanten – of de uitvoering van een proefschoonmaak van de aspirant DIENSTVERLENER te verlangen, waarbij de aspirant DIENSTVERLENER door een door HELPLING geselecteerde particuliere schoonmaakdienstverlener wordt begeleid en de aspirant DIENSTVERLENER in de gelegenheid wordt gesteld zijn vakkundige bekwaamheid aan te tonen.” Een dergelijke toetsmogelijkheid vooraf komt niet meer voor in de Algemene voorwaarden huishoudelijke professional zoals deze sinds maart 2021 gelden. Wel controleert Helpling sindsdien de identiteitsgegevens van de schoonmaker – naar zij ter zitting in hoger beroep verklaarde: diens verblijfsstatus – en stimuleert zij het door de schoonmaker tonen (‘uploaden’) van een verklaring omtrent gedrag.
(…) HELPLING neemt na (geautomatiseerde) selectie van een DIENSTVERLENER die bereid is de gevraagde diensten te leveren namens de DIENSTVERLENER het boekingsverzoek van de KLANT aan. HELPLING informeert de KLANT daarover per e-mail en bevestigt het boekingsverzoek. (…)”.Helpling heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat de selectie van aan een huishouden gepresenteerde schoonmakers (thans) bescheiden is: alle schoonmakers die beschikbaar zijn voor werkzaamheden in het door het huishouden gewenste postcodegebied en op de gewenste tijdstippen worden digitaal aan het huishouden getoond. Helpling ordent deze aanbiedingen van schoonmakers slechts zo, dat huishoudens een rangschikking kunnen maken op tarief of ervaring bij Helpling. De rol van Helpling bij de selectie door een huishouden van een schoonmaker is daarmee naar het oordeel van het hof bescheiden.
Alle betalingen die voortvloeien uit en in verband met de via het Platform bemiddelde contracten worden uitgevoerd via een erkende betalingsdienstaanbieder (“Betalingsdienstaanbieder”) op basis van een afzonderlijk betalingsdienstcontract.(…)”. Op grond van deze bepaling waren huishoudens dus voor alle betalingen aan de schoonmaker verplicht gebruik te maken van de door Helpling voorgeschreven betalingsdienst Stripe.
“Alle loonbetalingen die voortvloeien uit en in verband met de tussen de consument en de huishoudelijke professional gesloten overeenkomst(en) worden uitgevoerd via een erkende betalingsdienstaanbieder op basis van een afzonderlijk betalingsdienstcontract tussen de huishoudelijke professional en de betalingsdienstaanbieder.”In de Algemene voorwaarden huishoudelijke professional (hiervoor genoemd: schoonmaker), versie maart 2021, is in artikel 9.1 bepaald:
“Loonbetalingen van de consument aan de huishoudelijke professional worden afgehandeld door een betalingsdienstaanbieder op basis van een afzonderlijke betalingsdienstverleningsovereenkomst tussen de betalingsdienstaanbieder en de huishoudelijke professional. Helpling is geen partij bij de betalingsdienstverleningsovereenkomst.In de sinds maart 2021 toegepaste Algemene Voorwaarden (zowel die voor het gebruik van het platform door de consument, artikel 13 lid 4, als die voor de huishoudelijke professional, artikel 9 lid 5) is bepaald: “
(…) Betalingen waarvoor het platform geen functionaliteit biedt, kunnen partijen ook in contanten of anders afhandelen”. Hiermee is kennelijk gedoeld op de niet-reguliere loonbetalingen.
Hoe loopt de betaling?” antwoordt Helpling: “De betaling verloopt automatisch. (…).”Op de vraag “
Mijn betaling is mislukt, kan ik het zelf overmaken of contant betalen?”antwoordt Helpling:
“Nee, dit kun je niet zelf doen. Omdat je ook een gebruikersvergoeding betaalt aan Helpling dienen alle betalingen via het online betaalsysteem te verlopen. Helpling werkt samen met de betaalprovider Stripe, zij beheren alle betalingen namens ons”. Het huishouden mag volgens de website de reguliere loonbetaling dus niet rechtstreeks aan de schoonmaker overmaken, maar moet dit doen via de door Helpling voorgeschreven betalingsdienst Stripe. Vanuit commercieel oogpunt is dit alleszins logisch, want slechts dan houdt Helpling er zicht op dat naast het overeengekomen loon ook de verschuldigde commissie van 23% of 32% wordt betaald. Helpling heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat het in sommige gevallen wel is toegestaan dat huishoudens schoonmakers rechtstreeks betalen, onder andere wanneer er op grond van de corona-maatregelen niet gewerkt is en de huishoudens toch (onverplicht) willen betalen. In dat geval maakt Helpling geen aanspraak op commissie, en hoeft de betaling ook niet via Stripe plaats te vinden. Ter zitting verklaarde Helpling dat ook in geval van ziekte rechtstreekse betaling door het huishouden aan de schoonmaker is toegestaan. Uit de website blijkt echter niet dat Helpling dit stimuleert, er blijkt zelfs niet uit dat dit is toegestaan. Het hof constateert daarmee dat bij de gebruikelijke gang van zaken, dat wil zeggen wanneer er werkzaamheden zijn verricht, Helpling het aan de huishoudens voorschrijft te betalen op een door Helpling voorgeschreven wijze, namelijk via de door haar voorgeschreven betalingsdienst Stripe. Die gang van zaken is zeer ongebruikelijk in het geval van een tussen huishouden en schoonmaker bestaande arbeidsovereenkomst. Werkgever en werknemer mogen immers zelf overeenkomen hoe er betaald wordt, mits is voldaan aan de wettelijke voorschriften, en het is niet aan een derde dat te bepalen. De voorgeschreven betaalwijze via Stripe is daarom moeilijk verenigbaar met de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst tussen huishouden en schoonmaker.
Mijn hulp zegt af / is ziek, wat nu?” waarop Helpling antwoordt: “
Het is belangrijk dat de afspraak in het systeem wordt geannuleerd, dit kun jij doen of de schoonmaker maar wij kunnen dit ook voor je doen. Neem contact op met de klantenservice om te vragen of zij op korte termijn vervanging kunnen regelen, hou er wel rekening mee dat dit niet altijd lukt voor dezelfde dag.” Als antwoord staat dus niét vermeld dat het huishouden de schoonmaker in geval van ziekte (70% van het overeengekomen loon) moet doorbetalen. Het antwoord van Helpling op de website wekt bij huishoudens en schoonmakers daarmee niet de indruk dat tussen hen een arbeidsovereenkomst bestaat. Op de vraag: “
Kan ik van schoonmaker wisselen?” antwoordt Helpling: “
Dat kan! Als je een wekelijkse of tweewekelijkse boeking maakt dan zorgen we er in principe voor dat je altijd dezelfde, vaste schoonmaakster krijgt. Mocht je willen wisselen van schoonmaker dan kun je zelf een selectie maken en profielen van de verschillende schoonmakers op het platform vergelijken.” Ook dat antwoord is niet, althans heel moeilijk, te verenigen met een tussen huishouden en schoonmaker bestaande arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst tussen hen beiden kan immers (een door een van partijen veroorzaakte dringende reden daargelaten) niet zomaar door het huishouden worden beëindigd.
(…) De belangrijkste rechten en verplichtingen zijn het recht op wettelijk minimumloon, vakantiegeld, betaalde vakantie en zes weken doorbetaling bij ziekte. De voornoemde rechten zijn inbegrepen in de vergoeding.”FNV c.s. hebben in eerste aanleg en in hoger beroep aangevoerd dat schoonmakers in de praktijk dergelijke rechten tegenover het huishouden niet te gelde maken. Helpling heeft dat onvoldoende gemotiveerd betwist. Het hof gaat er daarom van uit dat schoonmakers in de praktijk tegenover het huishouden geen aanspraak maken op doorbetaling tijdens ziekte en vakantie. Het is echter niet toegestaan tussen werkgever en werknemer een (minimum) uurloon overeen te komen, waarbij naast een (gering) percentage voor vakantietoeslag en vakantiedagen, een (percentage) is toegevoegd ter compensatie van het recht op loon tijdens ziekte.
Indien een KLANT een annulering of omboeking van een geaccepteerd boekingsverzoek langer dan 24 uur voor aanvang van de schoonmaakdienst doet, zijn daar voor KLANT geen kosten aan verbonden”. Paragraaf 4 onder c van de Algemene Voorwaarden voor Dienstverleningsovereenkomst, versie maart 2020, bepaalde dit voor de huishoudens. Indien sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst tussen huishouden en schoonmaker, dan zou het huishouden niet kosteloos een gemaakte afspraak tot het verrichten van oproepwerkzaamheden kunnen wijzigen. Op grond van de Wet Arbeidsmarkt in Balans is sinds 1 januari 2020 immers dwingendrechtelijk voorgeschreven dat, indien de werkgever in geval van een oproepovereenkomst binnen vier dagen voor de aanvang van het tijdstip van de arbeid de oproep om arbeid te verrichten (geheel of gedeeltelijk) intrekt of de tijdstippen wijzigt, de werknemer recht heeft op het loon waarop hij aanspraak zou hebben gehad indien hij de arbeid overeenkomstig de oproep zou hebben verricht (artikel 7:628a lid 3 BW). Het door een huishouden tot 24 uur voorafgaand aan een overeengekomen schoonmaakdienst kosteloos kunnen annuleren van de betreffende opdracht, wijst daarom ook niet op een tussen het huishouden en de schoonmaker bestaande arbeidsovereenkomst.
‘(…) iedere onderneming, die haar hoofd- of nevenberoep maakt van het op een door de opdrachtgever bepaalde locatie regelmatig of eenmalig schoonmaken (…) van (…) woningen (…)’. Werkgever in de zin van de schoonmaak-cao is iedere natuurlijke of rechtspersoon die zo’n bedrijf uitoefent. Het hof heeft overwogen dat de relatie tussen Helpling en de schoonmakers, geen arbeidsovereenkomst is, maar een uitzendovereenkomst. Het hof merkt Helpling aan als een organisatie, die haar uitzendkrachten ten behoeve van inleners werkzaamheden laat verrichten, onder toezicht en leiding van die inleners. Helpling voert zelf geen controle uit op de kwaliteit van de door de schoonmakers verrichte werkzaamheden: het laat dat helemaal over aan het huishouden. Naar het oordeel van het hof is Helpling gelet op het voorgaande, niet aan te merken als een schoonmaakbedrijf. De betreffende schoonmaak-cao is daarom niet van toepassing. Alle op de naleving van de schoonmaak-cao betrekking hebbende vorderingen (‘primair en subsidiair’) worden afgewezen. Grief 5 in principaal appel faalt.